Advies aan Hoge Raad: laat veroordeling met EncroChat in stand

De advocaat-generaal (AG) bij de Hoge Raad heeft dinsdag in een grote drugszaak aan de Hoge Raad geadviseerd de veroordeling op basis van pgp-telefoons van EncroChat in stand te laten. Meestal volgt de Hoge Raad een advies van de AG. De zaak is de eerste die aan de Hoge Raad wordt voorgelegd nadat de Hoge Raad eerder zogeheten prejudiciële vragen over het gebruik van Encrochat-data beantwoordde.

Gehackt

De Nederlandse politie ontving de chats vanuit Frankrijk nadat de servers van EncroChat in Frankrijk in 2020 waren gehackt. Er was een gemeenschappelijk onderzoeksteam van Nederland en Frankrijk op EncroChat aan het werk. Nederlandse specialisten leverden een bijdrage aan de hack, maar Frankrijk zette zelf ook een tool in dat onder het staatsgeheim valt.

Advocaten hadden onder meer bepleit dat de rechtmatigheid van de hack en van het bewijs niet te controleren was door de Nederlandse rechter terwijl die wel door Nederlandse politie was uitgevoerd.

26Lemont

De AG bekeek vragen over de betekenis van het ‘interstatelijke vertrouwensbeginsel’ voor de beoordeling van de rechtmatigheid en betrouwbaarheid van de gebruikte methode en de chats.

Het onderzoek naar EncroChat werd gedaan door het gemeenschappelijk onderzoeksteam (‘JIT’) van Nederland en Frankrijk. De Nederlandse autoriteiten hebben de data uit dat onderzoek 26Lemont later aan verschillende strafrechtelijke onderzoeken overgedragen.

Gerechtshof

In hoger beroep hebben de advocaten van de verdachte in de “Vlierbes”-zaak onder andere aangevoerd dat deze EncroChat-berichten niet voor het bewijs mogen worden gebruikt in de strafzaak. Het hof heeft dat verweer verworpen en de verdachte mede op basis van deze EncroChat-berichten veroordeeld voor witwassen en de handel in drugs en vuurwapens. Het hof legde een gevangenisstraf op van 57 maanden.

Cassatie

De AG is van mening dat de cassatieklachten niet slagen op grond van Nederlands en Europees recht, waaronder de eerder genoemde prejudiciële beslissing van de Hoge Raad. In die beslissing bepaalde de Hoge Raad al dat het Encro-bewijs mag worden gebruikt in Nederland, mits het in Frankrijk volgens de regels is verkregen.

En dat is zo, een Franse rechter gaf toestemming, en het interstatelijke vertrouwensbeginsel is van toepassing, aldus de AG. Daarom ligt het niet op de weg van de Nederlandse strafrechter om de rechtmatigheid van het in Frankrijk uitgevoerde onderzoek naar EncroChat te toetsen.

De AG ziet ook geen reden om nu zelf prejudiciële vragen te stellen aan het Europese Hof voor de Rechten van Mens en het Hof van Justitie van de Europese Unie.

De Hoge Raad wijst arrest op 19 december 2023.

Zie het advies en meer over de Encro-hack.

Zie ook:

Welke zaken over inzet encryptiediensten lopen nu bij Europese rechters?