‘Afgeperste scholieren verhuizen noodgedwongen uit Amsterdam’

In Amsterdam-Zuidoost beleggen politie, justitie en de gemeente eens in de drie weken een zogeheten afpersingsoverleg dat vooral speelt op scholen. Het Parool schrijft dat op sommige scholen lijsten circuleren met daarop de namen van af te persen jongens. ‘Die bendejongeren noemen het de Kraaienlijst. Wie er op staat, wordt beroofd of moet andere kinderen beroven. Vroeger zouden we het Amerikaanse taferelen noemen, maar het gebeurt hier.’

(Beeld: op het Bindelmeer College in Amsterdam-Zuidoost zijn veel incidenten met scholieren, zoals afpersing, messenbezit, drugshandel en beroving)

Het probleem van afpersing blijkt op veel scholen te spelen, ook op andere plekken in Amsterdam. De oudere jongens die het afpersen aansturen, zitten niet op de scholen. Als voorbeeld wordt de situatie beschreven van ene ‘Rivaldo’, die na anderhalf jaar afpersing, mishandeling en intimidatie, op verzoek van de Reclassering de hoofdstad ontvluchtte.

Drillrapvetes

Volgens specialisten van de politie gebeurt het meerdere keren per jaar dat een bedreigde scholier – al dan niet met zijn familie – de stad moet ontvluchten en noodgedwongen verhuisd. Actuele gevallen hebben soms met drillrapvetes te maken, soms met andere dreiging.

Vuurwerkbom

De politie kon volgens de moeder van Rivaldo weinig doen. ‘Ze raadden ons af aangifte te doen, want dan konden we doelwit worden van een aanslag en daartegen konden ze ons niet beschermen. Ik meldde dat ze hadden gedreigd bij ons een vuurwerkbom naar binnen te gooien en was ook als de dood dat mijn buren iets zou overkomen. Ze deden niets. Geen capaciteit, geen geld.’

‘Praten is levensgevaarlijk’

Haar zoon zei thuis niets over de afpersingspraktijken op school, maar zijn moeder kreeg het door en waarschuwde uiteindelijk de scholen, gemeente, politie en hulpverleners. ‘We doen wat we kunnen, zeiden ze. Ik beleef dat heel anders’, aldus Rivaldo’s moeder. ‘Alles gaat zó stroperig. Niemand heeft overzicht en praten is voor de jongeren levensgevaarlijk.’

Omgekeerde wereld

Een politiespecialist erkent de problematiek: ‘Het is de omgekeerde wereld dat de slachtoffers moeten verhuizen. Maar we kunnen als overheid niet altijd hun veiligheid garanderen. Als iemand op de dodenlijst van Taghi staat, weten we wat te doen, maar voor deze jongens – die vanwege het geweld dat uit allerlei hoeken kan komen misschien wel meer gevaar lopen – is het lastiger.’

Moeders worden volgens de politiespecialist ook snel bedreigd. ‘Als zij met de politie praten, geldt dat eveneens als snitchen en zijn ze bijna per definitie doelwit. We zijn ervan overtuigd dat er veel speelt waarvan wij geen weet hebben.’

Minder bevoegdheden

Als er geen aangiftes worden gedaan, heeft de overheid minder bevoegdheden om in te kunnen grijpen. ‘We hebben wel brieven naar slachtoffers gestuurd waarin staat dat we zonder aangifte, ‘ambtshalve’, een mogelijk misdrijf onderzoeken. Dan kan het slachtoffer in elk geval laten zien geen aangifte te hebben gedaan. Of dat helpt, weet ik niet,’ aldus de politiespecialist.

In de praktijk is het gebeurd dat de arrestatie van een verdachte werd opgeschort tot de slachtoffers via een urgentieverklaring naar een veilige plek waren verhuisd. ‘Als de verdachte minderjarig is, staat die binnen de kortste keren buiten en lopen de slachtoffers juist extra gevaar.’

Zie ook:

Leerling (13) op dodenlijst vanwege link met moordenaar Grootfaam