Amsterdamse deken pleit advocaat Kasem vrij van lekken

De Amsterdamse deken van de Orde van Advocaten heeft advocaat Khalid Kasem donderdag vrijgepleit van het lekken van informatie in het onderzoek 26Koper. Niet duidelijk is geworden welke advocaat dit wel zou kunnen hebben gedaan.

Berichtje

De deken heeft onderzoek gedaan naar een bericht, dat via een pgp-telefoon bij de latere moordverdachte Ridouan Taghi terechtkwam. Al snel na een wapenvondst in 2015, krijgt hij informatie over het onderzoek van binnenuit. Dit nadat hij het volgende bericht heeft verstuurd: ‘Sir, allemaal top advos erop zetten.’

In een berichtje krijgt hij na twee dagen het volgende door: ‘Salaam alikom sir, ik heb net die man gesproken die devil helpt, het broertje van Mussa. Hij zei tegen mij dat ze in maart zijn begonnen met dit onder (onderzoek, CS) en het komt door die gestolen auto’s.’

Advocaat Kasem heeft een broertje die Musa heet, ook was hij even advocaat van de verdachte die ‘Devil’ wordt genoemd. Politie en justitie denken daarom dat hij degene is geweest die de informatie heeft gelekt. Daarop startte de Amsterdamse deken een onderzoek.

Geen bewijs

Deken Evert-Jan Henrichs concludeert nu dat niet vast is komen te staan dat Kasem de informatie heeft verklapt aan degene die het pgp-bericht heeft verstuurd: ‘Onderzoek heeft geen bewijs of verdere aanwijzingen opgeleverd dat mr. Kasem degene is geweest die de informatie heeft verstrekt. Ik heb ook niet kunnen vaststellen wie de informatie wel heeft verstrekt.’

Bekend

De deken stelt dat het pgp-bericht informatie over 26Koper bevatte die klopte. De informatie was op het moment van het verzenden van het bericht bekend bij zeven advocaten die verdachten in de zaak bijstonden.

De deken neemt aan dat die informatie afkomstig moet zijn geweest van een van deze raadslieden. Omdat de verdachten op dat moment ‘in beperkingen’ zaten, was het handelen ‘tuchtrechtelijk verwijtbaar’.

Bewijs

Tegenover de deken heeft advocaat Kasem ontkend dat hij de informatie heeft doorgegeven. Ook heeft hij aangegeven nooit over een pgp-telefoon te hebben beschikt.

De deken geeft aan dat zijn onderzoek geen bewijs of verdere aanwijzingen heeft opgeleverd dat Kasem degene is geweest die de informatie heeft verstrekt. Hij heeft ook niet kunnen vaststellen wie de informatie wel heeft verstrekt.

Vorig jaar beschuldigde justitie ook de advocaten van verdachten in het onderzoek ‘Marengo’, waarin Ridouan Taghi nu met een aantal medeverdachten terechtstaat, ervan als ‘doorgeefluik’ voor hun cliënten te fungeren. Zij reageerden daarop furieus.