Belgische rechtbank gebruikt EncroChat-bewijs niet

De rechtbank in Hasselt (B) blijkt op 29 april in een zaak tegen vijf verdachten van productie van (en handel in) crystal meth en MDMA het bewijs uit pgp-berichten van EncroChat van tafel te hebben geveegd. De chats mogen niet meewegen in het bewijs omdat de rechtbank vindt dat het niet mogelijk is om de rechtmatigheid van de inzet van de hack door de politie van de server van EncroChat in Frankrijk te beoordelen.

Door @Wim van de Pol

In 2019 en 2020 hackte de politie de server van EncroChat in het Franse Roubaix. Ook werd er software geïnstalleerd die ervoor zorgde dat alle Encro-telefoons in Europa werden gehackt. Gedurende enkele maanden stuurden bepaalde Encro-telefoons heimelijk alle berichten naar een server die onder controle van de politie stond. Al die chats kunnen nu worden gebruikt in rechtszaken in heel Europa.

Vertrouwensbeginsel

Het Openbaar Ministerie in Nederland heeft een toelichting gegeven op die hack, die een Frans staatsgeheim zou betreffen. Twee rechter-commissarissen hebben bepaald dat de methode rechtmatig was op grond van het Europese vertrouwensbeginsel. In België zijn er vergelijkbare stappen geweest. Ook Belgische rechters moeten zich verlaten op het vertrouwen dat alles er in Frankrijk rechtmatigheid aan toe is gegaan, waardoor nadere toetsing van de methode, nodig voor garanderen voor het recht op een eerlijk proces, niet meer nodig is.

Betwisting bewijsmateriaal

De rechters in de recente drugszaak in Hasselt zeggen kennis te hebben genomen van de Franse gerechtelijke onderzoeksmaatregel op basis waarvan toegang is verkregen tot de communicatie die is gevoerd via Encrochat en dat het door het Europese vertrouwensbeginsel niet vereist is dat de rechter van het buitenlandse onderzoeksdossier kennis neemt. Maar, zo zegt de rechtbank:

(…) anderzijds moet de rechter er wel over waken dat een beklaagde de mogelijkheid heeft tot concrete betwisting van het in het buitenland verkregen bewijsmateriaal (…)

De rechtbank beschikt alleen over door de Franse autoriteiten opgestelde stukken waarin die toestemming geven om het in Frankrijk verzameld bewijsmateriaal te gebruiken in de Belgische strafprocedure.

De rechtbank stelt vast dat er geen stukken over de machtiging door een Franse rechter voor de maatregel zijn overgelegd, en ook geen stuk waarin de rechter in Frankrijk de rechtmatigheid van de hack vaststelt. Daarom is rechtbank van oordeel dat de rechtmatigheid van de Encro-gegevens onvoldoende kan worden onderzocht en dus niet kunnen worden gebruikt als bewijsmateriaal.

Wel veroordeling

In de zaak waren de Encro-chats voor een veroordeling van de verdachten overigens niet nodig, er was nog voldoende ander bewijs. De vijf verdachten kregen straffen van vier tot acht jaar cel.

In andere Belgische zaken hebben rechters, net als in Nederland, de Encro-chats tot nu toe wel als geldig bewijs aangenomen.

De hack van de politie op Sky ECC werd eerder uitgevoerd dan die op EncroChat.

In de zaak van de chats met Sky ECC is een aantal aspecten bekend geworden over de totstandkoming van de hack, die we van de Encro-hack niet weten. Door een document dat Crimesite onthulde is duidelijk geworden dat het Nederlandse politie de hack-tool voor Sky ontwikkelde, en niet de Fransen. Ook blijkt er al eerder dan het Openbaar Ministerie voorspiegelde samenwerking met de Fransen te zijn gezocht over Sky. In Amsterdam stelde een rechtbank om die reden recent een vonnis uit in afwachting van Franse documenten over de toestemming voor de hack en de rechtmatigheid ervan.

Voorgaande bericht:

Hoe een parketnummer de route voor de Sky-hack onthult