Cocaïne-kartels bestaan niet: waarom de strijd tegen de cokehandel niet werkt (VIDEO)

Soms meldt Crimesite meer dan wekelijks belangrijke vangsten van cocaïne. Het aantal inbeslagnames van cocaïne in Nederland is de laatste jaren stijgende. Is dat nu een teken van groot succes in de bestrijding? Of is het juist een aanwijzing dat het met de cocaïnehandel in de wereld uit de hand begint te lopen?

Door @Wim van de Pol

Follow The Money publiceerde de afgelopen maand een analyse van het fenomeen van de wereldwijde cocaïnehandel om daar achter te komen. De conclusie is dat wie zich verdiept in de internationale cocaïnehandel, een veel gevaarlijkere vijand ziet opdoemen dan de “cocaïnebaronnen” waarover veel grote media schrijven. Namelijk: het systeem van de mondiale cocaïne-economie.

De ruim 75 jaar van de geschiedenis van de illegale internationale cocaïnehandel leert twee dingen.

Ten eerste dat iedere bestrijding de handel alleen maar heeft gestimuleerd. De tweede les is dat de de expansie van de handel voortdurend samen is gegaan met een wereldwijde vertakking, een systeem waarin steeds meer mensen zijn komen te werken.

Als in de toekomst ook landen in Azië en Oceanië meer gaan gebruiken – en dat gaan ze doen, zo vreest de VN – zal de expansie van de cocaïnehandel exponentieel toenemen. Met desastreuze gevolgen voor veel landen, en misschien ook voor Nederland, als doorvoerhaven en logistiek centrum.

Globaliserende vijand

Cocaïnehandel is een mondiaal systeem.

Ooit was cocaïne een legaal succesproduct dat werd gebruikt als lokaal verdovingsmiddel. Het tweede deel in de serie laat zien hoe cocaïne daarna in de Verenigde Staten een populair middeltje werd, dat gewoon bij de drogisterij gehaald kon worden. Na de Eerste Wereldoorlog verdween het gebruik, en ook de cocaïne als illegaal product, vanzelf.

Vanaf het moment dat na de Tweede Wereldoorlog in Peru een internationale strijd tegen (een vrijwel non-existente) cocaïnehandel werd ontketend, is het aantal landen en mensen dat bij cocaïnehandel betrokken raakt explosief gegroeid. Er is heden ten dage meer (illegale) cocaïne op de wereldmarkt dan ooit. In dat almaar voortgaande proces corrumpeert de cocaïne-economie legale bedrijfstakken en overheidsdiensten, ook in Nederland.

In iedere grote cokezaak in het nieuws is sprake van corrupte douaniers en/of politiemensen. Nederland ligt op de route van een onstuitbaar globaliserende vijand – en die vijand is niet een persoon, niet iemand als El Chapo of Ridouan Taghi. Het is een economisch systeem dat altijd attractief zal blijven voor mensen die snel geld willen verdienen of geen andere inkomstenbron hebben.

Ontsnapt virus

Cocaïne kwam in de tweede helft van de negentiende eeuw op als een vuurpijl: een lucratieve business voor chemie- en farmaciebedrijven als Merck, Eli Lilly en een voorloper van Pfizer. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was de handel in cocaïne morsdood. Toch maakte het spul vanaf 1949 een comeback, als een uit een lab ontsnapt virus. Wat veroorzaakte die comeback?

Het meest succesvolle product dat Zuid-Amerika ooit heeft voortgebracht is illegaal geworden en dat hangt sterke samen met de politieke geschiedenis van Noord- en Zuid-Amerika. En met Coca Cola.

De geschiedenis van The Coca-Cola Company loopt hand in hand met die van cocaïne. Zonder cocaïne zou Coca Cola nooit hebben bestaan. Het bedrijf bestreed met de Amerikaanse regering de handel in cocablaadjes. Het is nu het enige bedrijf dat dat blaadjes mag importeren in de VS (en nog altijd wordt daar cocaïne gemaakt dat een toeleverancier van Coca Cola verkoopt aan de medische sector). De geschiedenis van cocaïne zit vol paradoxen en dubbele bodems. (tekst gaat verder onder reclame)

Luchtblokkade

Opvallend genoeg maakten juist de allereerste schuchtere pogingen om de cocateelt in Peru te verdrijven de weg vrij voor de grootschalige illegale cocaïne-productie: die van het Medellín-kartel van de wereldberoemde Pablo Escobar. Deel 3 van de FTM-serie beschrijft het ontstaan van de Colombiaanse “kartels”) en de grootschalige wereldhandel in cocaïne.

Mensen als Escobar haalden de pasta básica uit Peru en ze lieten er in Colombia snuifbare cocaïne van maken. Eind jaren negentig probeerde de VS met een militaire luchtblokkade daar een eind aan te maken. Dat had fatale gevolgen: in Colombia begon men vanaf toen cocablaadjes te telen en in Peru en Bolivia werd de productie van cocaïne gestimuleerd.

Later probeerden de VS en Colombia met “Plan Colombia” (en 7,5 miljard dollar) de cocateelt en cocaïneproductie een kopje kleiner te maken. Het systeem bleek na vijf jaar alleen maar sterker te zijn geworden. Er kwamen steeds betere teelt- en productiemethoden.

Zo is het altijd gegaan. Steeds als politiediensten dachten de cocaïnehandel de pas te hebben afgesneden, doken productie en handel elders opnieuw op. Zo begon het systeem van de cocaïnehandel zich wereldwijd te vertakken en verspreiden. Dat staat centraal in het vierde deel van deze serie.

Waarom het niet werkt

Hoe stuwt de werking van het economische systeem de productieketen en handel in cocaïne voort?

Oost-Europa en Azië ontpoppen zich inmiddels als groeimarkten en de gigantische capaciteit van de havens van de Lage Landen zijn een knooppunt. Cocablaadjes worden nu ook geteeld in Guatemala en Mexico. Het mondiale systeem is er de oorzaak van dat cocaïnehandel zo onstuitbaar is en heel moeilijk effectief te bestrijden. Dat staat in deel 5 van de serie.

In hoeverre zijn de Nederlandse opsporing en het Nederlandse strafrecht tegen dit mondiale systeem opgewassen? Welke methoden zet de overheid in? Wat zijn de onvolkomenheden van die methoden? Wat zijn de oorzaken waarom ze niet werken?

Alleen maar doorgaan op de ingeslagen weg van repressie lijkt onverstandig, dat is een gevaarlijke onderschatting, zo laat het zesde en afsluitende deel zien. Het wordt nog gevaarlijker voor het land als je, zoals het ministerie van Justitie en Veiligheid doet, tegen beter weten in aan de Nederlanders voorhoudt dat cocaïnehandel prima met de honderden miljoenen verslindende repressie te bestrijden is.

Criminoloog en hoogleraar Hans Boutellier vindt het al met al tijd voor een groot maatschappelijk debat over de vraag wat Nederland (en Europa) nu eigenlijk met het drugsbeleid aan wil.