Commissie: undercovers aan hun lot overgelaten

De commissie die onderzoek heeft gedaan naar de zelfmoord door een politieagent die undercover infiltreerde in een drugsorganisatie heeft geconcludeerd dat in Nederland professionele begeleiding voor dit soort agenten te kort schiet. De suïcide had volgens de commissie een directe relatie met het werk van de man. In het algemeen vindt de commissie dat dit soort agenten teveel aan hun lot worden overgelaten.

(beeld Hessel de Ree, DPGMedia)

Relatie tussen overlijden en werk

Er is bij de uitvoering van undercoveroperaties te weinig aandacht voor het mentale welzijn van infiltranten, schrijft de commissie. Omdat het werk zo gevaarlijk is, en veel vraagt, moet de zorg voor het welzijn van de agenten voorop staan, en dat gebeurt nu niet. De commissie kan niet anders dan concluderen dat er een relatie is tussen het overlijden van de infiltrant en zijn werk.

De commissie stond onder voorzitterschap van burgemeester Oebele Brouwer (van Achtkarspelen). Hij was voorheen recherche-officier van justitie. Hij deed zijn onderzoek in opdracht van van de korpschef en de politiechef van de landelijke eenheid.

De commissie deed niet alleen onderzoek naar de omstandigheden rondom de suïcide van de agent maar ook naar de protocollen en werkwijzen van de afdeling Werken onder Dekmantel, de afdeling die undercoveroperaties uitvoert.

Brouwer:

We zien dat de infiltrant zich beter voordeed dan hij zich waarschijnlijk voelde. En we hebben ook gezien dat hij soms bewust zaken verhulde. Toch waren er voldoende signalen die opgepakt hadden kunnen en moeten worden.

‘Steeds intiemer karakter’

Volgens de commissie kon de agent gedurende de operatie het onderscheid tussen zichzelf en zijn coverrol steeds minder goed maken. Toen verdachte Joop M. in hechtenis werd genomen kreeg zijn relatie met het vrouwelijke subject ‘een steeds intiemer karakter’, schrijft de commissie. De agent probeerde dat bewust te verhullen.

Tijdens de operatie zijn volgens de commissie door de politieman zelf, maar ook door zijn begeleiders meerdere ethische grenzen overschreden. Vanwege het geheime karakter van de operatie kan er geen detailinformatie publiek gemaakt worden.

Over de operatie in Zevenbergschen Hoek concludeert de commissie dat de risico’s die de langdurige en intensive inzet van de infiltrant met zich meebrachten onderkend hadden kunnen en moeten worden door de leiding. Het contact tussen de organisatie en de infiltrant had veel intensiever moeten zijn en de signalen die zijn gegeven over het mentale welzijn van de infiltrant hadden aanleiding moeten zijn tot het nemen van maatregelen én, aan het eind, zelfs tot het beëindigen van zijn inzet.

Zie het openbare deel van het rapport (pdf).

Zie ook:

Doelwit undercoveractie doet zijn verhaal aan de krant

Praten over zelfmoordgedachten kan anoniem: chat via www.113.nl, bel 113 of bel gratis 0800-0113