‘Defensie onder druk gezet voor beveiliging proces Marengo’

Defensie is structureel onder druk gezet om de bewaking bij de extra beveiligde rechtbank in Amsterdam te ondersteunen. Dat blijkt uit interne documenten die de website Follow the Money heeft ingezien.

Voor het blok

Uit de vrijgegeven documenten blijkt dat het ministerie van Defensie niet happig is om het leger in te zetten, en zich voor het blok gezet ziet door burgemeester Halsema, bij de bewaking van de extra beveiligde rechtbank aan de Zuidermolenweg in Amsterdam-Osdorp.

Follow the money schetst het dilemma dat ontstond, toen bleek dat Ridouan Taghi als verdachte in de zaak Marengo plannen zou smeden te ontsnappen. ‘Dat redden we niet alleen met blauw op straat, oordeelden stadhuis en politie’, schrijft de website. ‘Dus vroeg Halsema, verantwoordelijk voor de veiligheid in haar stad, om steun van het leger. Die kreeg ze, maar niet van harte en niet zonder slag of stoot.’

Schaars

De Stafofficier Nationale Operaties meldt in een mail aan collega’s in september 2021 dat hij door iemand van de politie is benaderd met de vraag ‘of Defensie hier iets in kan betekenen’. Hij meldt aan zijn collega’s dat ‘wij hier uitermate terughoudend in zijn geweest’ en dat de politie zou nagaan welke behoefte er precies is. Defensie wil haar middelen – die ook schaars zijn – niet zomaar inzetten.

Afgesproken wordt dat bij een volgend overleg, in februari 2022, het onderwerp opnieuw wordt besproken. ‘Mijn inschatting is dat dit dossier veel eerder gaat spelen.’

Verlenging

De inzet, die Defensie slechts ‘eenmalig’ wilde leveren, is tot op de dag vandaag nodig. De militaire bijstand is nu gegarandeerd tot 1 november 2023, ‘maar als Marengo langer duurt dan gaan we eventueel in overleg over verlenging’, zegt een woordvoerder van burgemeester Halsema.

Hoog risico

Het ministerie van Defensie zegt in een reactie tegen Follow the Money het volgende. ‘Het langdurige beslag dat de hoog risico-zittingen van de rechtbank Amsterdam op de bewakings- en beveiligingscapaciteit van de politie legt, staat op gespannen voet met dat incidentele karakter. De krijgsmacht is bovendien niet geëquipeerd om structureel te voorzien in de bewakings- en beveiligingscapaciteit die de politie ontbeert.’