Dino Soerel naar de top van de onderwereld (en naar levenslang)

Hij is een half-Surinaamse freefighter, breed van postuur, en rustig in zijn optreden. Zijn carrière als verdachte in de rechtbank begon Dino Soerel (1960) in café De Blokhut in Volendam. Daar sloeg hij in 1984 samen met zijn kameraad Martin Kok een man dood met een barkruk. Dino kreeg vier jaar, Kok vijf. Daarna ging het van kwaad tot erger. Hij verkeerde in het gezelschap van de top van de onderwereld, met mensen als Jan Femer, Mink Kok en Stanley Hillis.

Nadat Femer in 2000 was omgebracht, werd Dino zélf die top, althans volgens justitie. Volgens zijn plaatsgenoot Ferry de Kok, voormalig lijfwacht van John Mieremet, profiteerde Soerel van de onrust die rond de eeuwwisseling in de Amsterdamse onderwereld was. ‘Dino was altijd gewoon een loopjongen, hij deed de boekhouding, zeg maar, en hield de betalingen allemaal bij.’ Maar na de liquidatie van Jan Femer beschikte Soerel opeens over geld. Hij kocht ‘hele exclusieve, abnormaal dure klokken voor zijn vrouw’, aldus De Kok.

Dino zette een professionele organisatie op. Zijn firma handelde in ‘zeep, skunk, buttons, brandy, suiker en spijkers’. Alle transacties in Dino’s bedrijf verliepen met dergelijke versluierde taal. In werkelijkheid werden er tonnen hasj, wiet, xtc, coke en heroïne gesmokkeld, verstopt onder dekladingen.

Voor het leiderschap van de drugsbende veroordeelde de rechter Dino Soerel in 2009 tot acht jaar cel. Bij verstek, want Soerel was er zelf niet bij. Terwijl de rechter het vonnis uitsprak, kwijnde Soerel weg als een onderduiker in een soort Achterhuis aan de Amsterdamse Rozengracht, een deprimerend safe house op de vierde verdieping.

Misschien kwam het arrestatieteam op 27 augustus 2010 wel als een verlossing. De arrestant schoot niet om zich heen, ging er niet met een vluchtwagen vandoor en blies ook het huizenblok niet op. Hij zei eenvoudigweg: ‘Ja, ik ben Dino Soerel.’

Nog geen drie weken nadat Soerel met veel bombarie was opgepakt en in de gevangenis gegooid vanwege de drugshandel, werd hij in de cel aangehouden. Hij was niet alleen een drugsbaron, dacht justitie, maar ook opdrachtgever voor liquidaties, in het bijzonder die van Kees Houtman en Thomas van der Bijl. Dat was aan het begin van het omvangrijke Passageproces. ‘Ik ben er totaal niet bang voor’, zei Soerel zelf, alsof hij weer in de ring stond. ‘Kom maar op.’

De in het nauw geraakte criminele vastgoedhandelaar Willem Endstra was de eerste die beweerde dat Soerel de ongekroonde koning van de onderwereld was. Soerel was iemand bij wie je zelfs niet verkeerd met je ogen durfde te knipperen. Zonder Dino is Willem Holleeder niets, zei Endstra, en achter Dino stond weer Stanley Hillis.

Een andere zware getuigenis tegen Dino kwam van de huurmoordenaar Peter la Serpe, die als kroongetuige een sleutelrol speelde in de Passage-zaak. La Serpe wees net als Endstra naar Dino als de grote man. Maar erg concreet werd ook hij niet. Hij verklaart hij al in 2007 bij de politie: ‘Ik kan het niet met honderd procent zekerheid zeggen, want ik heb niet gehoord dat hij zegt: ik wil dat hij dood gaat. Begrijp je wat ik bedoel? Dat heb ik van horen van.’

Dat kwam niet sterk over op de rechters in Passage. Mede daarom viel het vonnis in 2013 mild uit na de eerste ronde voor de rechtbank: zeven jaar cel. Het verhaal van La Serpe was volgens de rechters mogelijk eenzijdig, met een te grote nadruk op de rol van Soerel en te weinig op die van Holleeder. Ook de ‘achterbankgesprekken’ van Willem Endstra waren te veel uit de tweede hand, oordeelde de rechter. ‘Uit de gesprekken van Endstra en uit de overige dossierstukken blijkt bij nauwkeurige analyse niet dat hij deze beelden heeft gebaseerd op ervaringen die hij zelf met Soerel heeft gehad.’

In hoger beroep komt opnieuw op tafel wat La Serpe en Endstra hebben gezegd. De verhalen van kroongetuige Fred Ros komen daar ter versterking bij. ‘Ik viel bijna van mijn stoel toen ik las wat hij over mij verklaard heeft’, zei Soerel op zitting. ‘Het zijn allemaal leugens en dat kan ik onderbouwen met feiten uit het dossier. Het is bizar dat het Openbaar Ministerie met deze man een overeenkomst sluit.’

Op 29 juni 2017 werd Dino Soerel tot levenslang veroordeeld voor het ‘opzettelijk uitlokken’ van de moorden op Kees Houtman en Thomas van der Bijl, in 2005 en 2006.

Justitie en de gerechtshof gingen ervan uit dat hij in een “driemanschap” met Holleeder en Hillis de top van de criminele organisatie vormde die onderwereldmoorden liet plegen.

In 2020 werd hij vanuit de gevangenis in Heerhugowaard voor enige tijd overgeplaatst naar de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) in Vught, na geluiden dat hij zou hebben geprobeerd te ontsnappen.