“Moord” in Lelystad #4: draai van het NFI
In reactie op de wurgseks-theorie heeft NFI-patholoog Visser in november vorig jaar een nieuw rapport geschreven. Bijna schoorvoetend geeft Visser aan dat de AEA-theorie kan kloppen. Het verschijnsel AEA is hem ambtshalve bekend is en de verwondingen in de halsstreek kunnen inderdaad door vingers veroorzaakt zijn. Maar Visser laat ook de mogelijkheid open dat er een dader in het spel zou kunnen zijn die met de vingers de steken zou hebben toegebracht: ‘Immers zelfs al zouden alle letsels door vingers veroorzaakt zijn (hetgeen wij uitermate onwaarschijnlijk achten) dan nog is het niet uit te sluiten dat het om de vingers van een ander persoon gaat.’ Maar hij schrijft ook: ‘Er waren bij sectie letsels die alle mogelijk door de overledene zelf, mogelijk door een ander persoon opgeleverd zijn. Derhalve zijn er geen aanwijzingen voor geweld door een ander persoon.’ Een raadselachtige formulering, want wat denkt Visser nu echt? En als de vingers van ‘een ander persoon’ in het spel kunnen zijn, waarom is dat dan niet onderzocht? Dan zouden toch juist ook de afgeknipte nagels van het slachtoffer minutieus zijn onderzocht.
Door Wim van de Pol
Al met al stelt het rapport van Visser, achteraf bekeken, het onderzoek in een zeer vreemd daglicht. Al direct de eerste dag had de mogelijkheid van wurgseks al in beeld kunnen zijn. Bij de medici was dat waarschijnlijk ook het geval, maar dat staat niet vast omdat er geen verslag in het rechtbankdossier van de eerste medische bevindingen is toegevoegd.
Tijdens de bijeenkomst op het NFI over de zaak op 10 december 2008 moet Visser aan de officier van justitie en aan de politie ambtshalve hebben uitgelegd dat het hier mogelijk een AEA-geval betrof. En dat het slachtoffer zelf het extern geweld kan hebben toegebracht. Maar van deze bijeenkomst is geen verslaglegging in het dossier.
Officier van justitie Beatrijs van de Ven moet ook hebben gezien dat AEA een mogelijkheid was. Maar zij heeft geen enkel onderzoek naar wurgseks gelast.
Er is geen visie hierover door het NFI op schrift gesteld. De afgeknipte nagels van het slachtoffer zijn niet opgenomen in het NFI-verslag en ook de knoop van het koordje rond de penis is niet geanalyseerd. Van de Ven heeft alleen de mogelijkheid onderzocht dat Anita het extern geweld heeft veroorzaakt. Niet met wurgseks maar met SM, waarvoor geen bewijs is gevonden.
Het ontbreken van gericht onderzoek naar wurgseks wordt nog pijnlijker door een ontdekking van advocaat Achmed Baaijens. Niet alleen bij de medici maar waarschijnlijk ook bij de rechercheurs was de wurgseks in beeld. Pas onlangs stuitte advocaat Baaijens op een schriftelijke klacht van de stiefvader van het slachtoffer over het politieoptreden in de eerste weken van het onderzoek.
Rechercheurs van de recherche in Flevoland zouden op een verjaardagsfeestje hebben rondverteld dat Jenno van Zwietering aan wurgseks was overleden. De klachtencoördinator van de politie Flevoland schrijft in antwoord dat hiernaar een ‘intern onderzoek’ is gelast.
Maar als zelfs de politie al speculeerde over wurgseks, waarom is dan alleen het spoor van verdachte Anita gevolgd? Advocaat Achmed Baaijens: ‘het is een feit is dat er een dode man naakt op bed lag, er is geen bewijs voor vastbinden of doodslag.’
Lees ook deel vijf.