Hof wil agenten laten vervolgen na klacht Michael P.

Het Openbaar Ministerie moet nader strafrechtelijk onderzoek verrichten naar de gang van zaken bij de aanhouding van Michael P., die tot 28 jaar is veroordeeld voor de moord op Anne Faber. Dat heeft het gerechtshof Amsterdam woensdag  beslist.

Afgescheurd bot

P. heeft aangifte gedaan tegen het bij zijn arrestatie betrokken aanhoudingsteam in verband met dreigen met een politiehond en toebrengen van letsel. Hij had een afgescheurd stuk bot in de schouder. Een en ander gebeurde volgens hem tijdens zijn arrestatie en zijn overbrenging naar een cellencomplex.

Het Openbaar Ministerie had deze aangifte geseponeerd. Tegen deze beslissing diende P. bij het hof een klacht in, een zogenoemde artikel 12-procedure. Het hof vindt die klacht nu gegrond.

Niet verzet

P. leek voor zijn aanhouding ongedeerd; hij heeft zich niet tegen zijn aanhouding en overbrenging naar het cellencomplex verzet. Na de aanhouding en overbrenging bleek bij P. sprake te zijn van ernstig letsel. In een dergelijk geval moeten de autoriteiten een plausibele uitleg geven voor het ontstaan van dat letsel, aldus het gerechtshof van Amsterdam.

Het hof is van oordeel dat die plausibele uitleg tot nu toe ontbreekt. De Staat moet uitputtend onderzoek doen, maar daarvan is in deze zaak nog geen sprake; te veel vragen zijn nog onbeantwoord. Het nader onderzoek moet ook betrekking hebben op de instructies van de leidinggevenden: duidelijk moet worden welke instructies voorafgaand aan de aanhouding precies zijn gegeven en of die duidelijk genoeg waren voor het arrestatieteam.

Het hof verwijst naar de rechtspraak in verband met artikel 3 EVRM, waarin is vastgelegd dat niemand mag worden onderworpen aan folteringen of aan onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen. Dit is een grondprincipe van de Nederlandse rechtsstaat.

De klacht staat los van de strafzaak van Michael P.. RTL Boulevard meldt woensdag dat P. besloten heeft bij de Hoge Raad in cassatie te gaan.