Hogere straffen voor familie Martien R. bij hof

Hogere straffen voor familie Martien R. bij hof

In het hoger beroep in de zaak tegen de familie van Martien R. zijn donderdag hogere straffen uitgedeeld, dan in eerste aanleg. De straf van Martien R. zelf bleef gehandhaafd.

Beeld: de ondergrondse ruimte achter het kamp in Oss waar drugs door de familie R. waren verstopt

Straf

Martien R. werd in 2021 door de rechtbank veroordeeld tot 16 jaar gevangenisstraf in de Brabantse zaak. Die straf handhaaft het hof in hoger beroep. Ook voor het hof is Martien R. de ‘onbetwiste leider van een criminele organisatie, met een sterk familiaal karakter, gericht op de grootschalige handel in drugs en wapens’. Hij wordt opnieuw veroordeeld tot 16 jaar gevangenisstraf. De hoogst mogelijke straf voor dit soort delicten.

Zwaarder

De andere verdachten kregen bijna in alle gevallen zwaardere straffen opgelegd. Zo werden zoon Anton R. en schoonzoon Bart H. veroordeeld tot 10 jaar cel, waar de rechtbank nog tot 8 jaar kwam.

Arnold M., die door justitie wordt gezien als de naaste adjudant van de leider, verdwijnt 12 jaar achter de tralies. Bij hem kwam de rechtbank nog tot een vonnis van 10 jaar.

Toon R., de neef van Martien die het langst uit handen van justitie wist te blijven, is conform de eis veroordeeld tot 10 jaar en 8 maanden.

Ondergronds

Bij een grootschalige inval in november 2019 werd in een ondergrondse ruimtes achter het kamp van de familie onder meer 115 kilo wiet, 54 kilo amfetamine (speed), 280.000 xtc-pillen, 180 kilo mdma-kristallen en 3,7 kilo crystal meth aangetroffen. Ook zou de groep verantwoordelijk zijn voor twee grote cocaïnetransporten van respectievelijk 1561 en 315 kilo naar de haven van Antwerpen.

De politie confronteerde de verdachten tijdens de zaak met afgeluisterde gesprekken en camerabeelden. In de schuur die door de familie als veilig terrein werd beschouwd waren microfoontjes en kleine camera’s geïnstalleerd. Ook in de auto van Martien R. was afluisterapparatuur verstopt.

Eerder staakte Martien R. zijn verdediging bij de rechtbank, omdat hij vond dat de rechters belangrijke feiten in de zaak niet wilden onderzoeken.