Hoogleraar: ‘AG Hoge Raad is pseudo-wetenschapper’ (#1)

In zijn conclusie waarin hij dit voorjaar negatief adviseerde over het herzieningsverzoek van Hüseyin Baybaşin ‘misleidt’ de advocaat-generaal de Hoge Raad. Ook gebruikte hij valse redeneringen. Dat schrijft hoogleraar wetenschapsfilosofie Ton Derksen in zijn nieuwe boek: Rammelende Argumenten voor de Hoge Raad.

Door @Wim van de Pol

Advocaat-generaal Diederik Aben (foto links) deed ruim vijf jaren lang onderzoek in de zaak. Hij suggereert in zijn conclusie een wetenschappelijke benadering. Maar Derksen noemt de advocaat-generaal Diederik Aben (foto links) in zijn boek een ‘pseudo-wetenschapper’. Derksen:

We vinden rammelende argumenten en een overdaad aan geïmmuniseer en misleidingen. Dat heeft met waarheidsvinding niets te maken.

Belangrijkste instrument van Aben is volgens Derksen een fenomeen dat in de wetenschapsfilosofie “immuniseren” heet. Immuniseren is het construeren van het eigen gelijk.

Een algemeen voorbeeld van immuniseren is een weervrouw die voorspelt:

Het sneeuwt morgen, of het sneeuwt niet.

De weervrouw is immuun tegen ongelijk. Ze krijgt altijd gelijk. Zo verzekerde ook Aben zich volgens Derksen (foto rechts) altijd van zijn eigen gelijk.

Nieuwe feiten

Aben gebruikt dergelijke redeneringen tegen het verzoek van Baybaşin’s advocaat Adèle van der Plas. Zij had ruim honderd nieuwe feiten aangedragen die volgens haar het bewijs van het veroordelende gerechtshof ontkrachtten.

Baybaşin heeft levenslang voor onder meer uitlokken van een huurmoord in Istanboel en een poging een moord te laten plegen. Het bewijs ligt voor ruim 90% in mistige telefoongesprekken.

Zes soorten

Hoe slaagde Aben erin – niet slechts een handvol – maar vele tientallen nieuwe feiten, allemaal, stuk voor stuk, naar de prullenbak te verwijzen? Ton Derksen heeft nu een analyse gemaakt van de wijze waarop Aben in zijn 1730 pagina’s tellende relaas dit voorjaar de herzieningsaanvraag afwees.

In zijn boek beschrijft Derksen zes soorten van “immuniseren” die Aben veelvuldig heeft toegepast.

1. De Niet Letterlijke Interpretatie

Een voorbeeld.

In de moordzaak spreekt Baybaşin in een telefoongesprek met iemand over een – kennelijk vreedzame – gebeurtenis, die om 17.00 was afgelopen.

Dat is erg belastend – zegt Aben – en Baybaşin weet het volgens Aben goed verborgen te houden. Het ging hier in feite over een moord, weet Aben. Aben doorziet Baybaşin heel goed, niet gehinderd door bijkomende feiten of aanwijzingen. Het is een moord, zo interpreteert Aben, op basis van dat gesprek.

Een voorbeeld uit een andere zaak.

Iemand ‘bellen’ wordt iemand een bezoekje brengen. En dat bezoekje wordt daarna feitelijk een moord plegen, zo interpreteert Aben. Hij creëerde zo eigenhandig de verdenking van moord door een niet letterlijke interpretatie van een gesprek.

Er zijn verder geen aanwijzingen van enige moord in de telefoongesprekken in de twee zaken te vinden.

2. Aben kraakt codes

Alleen Aben kent kennelijk bepaalde Geheime Codes. Een voorbeeld: Baybaşin spreekt in telefoongesprekken veelvuldig met mensen over auto’s kopen en verkopen. Aben weet wel beter. Dit gaat over moorden. Maar in de hele zaak valt verder het woord moord of doodslag niet. Het gaat wel voortdurend over allerlei facetten van de autohandel.

3. Aben legt lachjes uit

Voor het bewijs in een gijzelingszaak is de vraag belangrijk waar Baybaşin zich bevindt. Ten tijde van het onderzoek was Baybaşin in Amsterdam, dat staat vast. Er zijn in de betrokken gesprekken liefst 39 aanwijzingen dat Baybaşin in Istanboel is als hij het gesprek voert (hij maakt een bijvoorbeeld een afspraak in een plaatselijk restaurant of in de sky-bar van een hotel in Istanboel).

En dat kan niet, want Baybaşin was in Amsterdam.

(waarschijnlijk zijn dit oudere gesprekken, toen Baybaşin nog niet was weggevlucht uit Istanboel, die op onverklaarde wijze in het dossier zijn terechtgekomen).

Aben negeerde dat Baybaşin in Amsterdam moest zijn en de gesprekken dus niet kunnen kloppen. Zijn hoofdargument is dat hij in één gesprek bij Baybaşin een cynisch lachje hoort. Enkel daarmee is bewezen – zo interpreteert Aben – dat Baybaşin zeker niet in Istanboel is, Baybaşin doet dus steeds maar alsof hij in Istanboel is. Het lachje ontmaskert hem, zo is de interpretatie van Aben.

Zo’n exegese van lachjes komt vaker voor in Aben’s conclusie.

4. Aben negeert argumenten

Bijvoorbeeld de schrijver van een Koerdisch-Engels woordenboek die, van de universiteit van Harvard in de Verenigde Staten tot in Europese universiteiten, als een taalkundige autoriteit in Koerdische talen wordt gezien, wordt door Aben genegeerd. Het is alsof deze man geen rapport schreef, zijn argumenten komen niet werkelijk aan bod.

Alleen de politietolken en Aben’s eigen tolk, die hebben gelijk, aldus bepaalde Aben.

5. Aben negeert deskundigen volledig

Waar het gaat om het vaststellen van manipulatie in telefoongesprekken en de mogelijkheid van manipuleren in analoge en digitale tapkamers van de politie negeerde Aben bevindingen van experts. Van (onder meer) een deskundige die zelf de bewuste tapsystemen hielp ontwerpen en verder van PriceWaterhouseCoopers en de politie zelf.

Enkel en alleen de deskundige van het Openbaar Ministerie is volgens Aben betrouwbaar.

6. Aben misleidt de Hoge Raad.

Zie hierover verder: Zo misleidde de AG de Hoge Raad (#2)

Lees veel meer over het strafrechtelijk onderzoek Baybaşin en over hoe dat tot stand kwam in het boek: