Italië boos op Europees Hof over levenslange anti-maffia straf

In Italië zijn de minister en vooraanstaande leden van de Italiaanse justitie naar buiten getreden met kritiek op een beslissing van het Europees Hof voor de Rechten van Mens (EHRM) dat er bij Italië op aandringt de zeer strenge anti-maffia wetgeving te herzien. Het gaat met name om de levenslange straf. Die kan alleen worden ingekort als een maffioso met justitie samenwerkt.

Inhumaan

In juni nam het EHRM al het besluit, het hoger beroep van Italië is nu afgewezen.

De Italiaanse minister van Justitie heeft gezegd dat het herzien van de Italiaanse strafwetgeving negatieve gevolgen zal hebben voor de strijd tegen de maffia in heel Europa. Het Italiaanse Openbaar Ministerie vreest ook dat er een vloed aan procedures in gang zal worden gezet door maffia-delinquenten. ‘In Straatsburg kennen ze de geschiedenis van de maffia niet’, zei een magistraat.

Het arrest van het EHRM gaat over het geval van Marcello Viola, die in 1999 levenslang kreeg voor lidmaatschap van de maffia, meervoudige moord en overvallen. Het EHRM wil niet het vonnis van Viola herzien maar onderstreept dat een levenslange straf inhumaan is. Eerder sprak het Hof zich ook in deze zin uit over Nederland. Hier hebben levenslang gestraften nu een (kleine) mogelijkheid dat hun straf na lang detentie zou kunnen worden ingekort.

Detentie-omstandigheden

In Italië is levenslang dus alleen te ontlopen voor een verdachte als deze als kroongetuige verklaringen af gaat leggen. De detentie-omstandigheden verhogen hierbij de druk. Maffia-verdachten kunnen tijdens hun detentie (door wetgeving uit 1993) volledig worden geïsoleerd, zonder enige toegang tot medegevangenen of zelfs zonder een telefoon of briefcontact. Ook hierdoor besluit een deel van gearresteerde maffialeden spijtoptant te worden.

Riina

De anti-maffia-wetgeving in Italië is ontstaan na gewelddadige gebeurtenissen in de jaren tachtig en negentig. Paolo Borsellino en Giovanni Falcone, een rechter-commissaris en een officier van justitie werden in 1992 geliquideerd (zie foto boven van muurschildering in Palermo).

Toen in 1993 de strenge wetgeving over de detentie voor maffialeden werd ingevoerd ontploften er tussen mei en augustus van dat jaar in Rome, Florence en Milaan vijf autobommen waarbij tien slachtoffers vielen en tientallen mensen gewond raakten. Die aanvallen waren uitgevoerd door de Corleonisi-clan van de Siciliaanse Cosa Nostra, uit naam van Totò Riina, toen nog de hoogste baas van de maffia op Sicilië. Riina was in januari 1993 aangehouden.