Justitie eist 180 uur taakstraf tegen drillrappers voor opruiing

Het Openbaar Ministerie in Amsterdam heeft donderdag 180 uur taakstraf en twee maanden voorwaardelijke celstraf geëist tegen de Amsterdamse drillrappers Biggskaki (24) en Jorra (28). Ze worden formeel verdacht van wapenbezit en opruiing in vereniging.

‘Grens overschreden’

Diego M., alias Biggskaki van LS Gang en Jordan S., alias Jorra, worden ervan verdacht vorig jaar ‘een opruiende videoclip te hebben gepost waarin met nepvuurwapens wordt gezwaaid’. Volgens justitie wordt in de videoclip Intensive Care ‘niet alleen geweld verheerlijkt maar ook aangezet tot geweld’. De grens van artistieke vrijheid en vrijheid van meningsuiting is daarmee volgens het OM overschreden.

De twee drillrappers uit Amsterdam-Osdorp werden op 28 en 29 april 2020 aangehouden op verdenking van wapenbezit naar aanleiding van de videoclip waarin met nepvuurwapens werd gezwaaid. Nadat de politie in augustus 2020 een andere videoclip van de beide verdachten ontdekte, werd de verdenking uitgebreid met opruiing.

‘Catch een opp’

De officier van justitie lichtte donderdag op de zitting tegen de twee verdachten toe waarom de rap wat het OM betreft opruiend is. In de video zwaaien Biggskaki en Jorra met nepvuurwapens en maken met hun hand langs hun keel een gebaar om iemand af te maken. Ook wordt gerapt ‘catch een opp (rivaal), ik maak hem echt dood’.

De rapteksten kunnen volgens het OM iemand aanzetten tot geweld. De officier van justitie:

‘Er wordt op het gemoed gewerkt van personen die daarvoor vatbaar zijn. Dat kunnen leden zijn van de eigen groepering, van overige groeperingen of van willekeurig personen die de video’s bekijken. Juist deze veelal jonge kijkers van de video zijn ontvankelijk voor de uitlatingen die worden gedaan. Het is juist deze groep die geïnspireerd kan raken om zelf ook wapens aan te schaffen, drillrapvideo’s met wapens te maken of nog erger, over te gaan tot het gewelddadige gedrag waartoe wordt opgeroepen door de verdachten in de video.’

Het OM wil dat er een grens gesteld wordt aan video’s met een opruiend karakter die geweld en wapenbezit verheerlijken. Daarbij is het volgens justitie ‘van belang om niet alle drillrap over één kam te scheren en een duidelijk onderscheid te maken tussen uitingen die wel en die geen oproep doen tot het plegen van strafbare feiten’. Volgens het OM is ‘drill an sich niet strafbaar’, maar wordt in de videoclip van de twee rappers ‘de grens overschreden’.

Daarom eist de officier van justitie tegen beide verdachten 180 uur taakstraf en twee maanden voorwaardelijke celstraf met een proeftijd van twee jaar.

Opvallende zaak

De zaak is om meerdere redenen opvallend. De betreft de eerste zaak in Nederland waarbij (drill)rappers worden vervolgd voor opruiing. Dit is opmerkelijk omdat er talloze videoclips in de drill- en gangsterrapscene zijn die veel opruiender en gewelddadiger van aard zijn dan de bewuste clip van de twee Amsterdamse rappers.

Justitie lijkt dus vooral een statement en voorbeeld te willen stellen voor rappers die ‘zouden oproepen tot geweld’, maar in dit geval is het meer meten met twee maten. De grens tussen opruiing en entertainment lijkt in dit geval flinterdun. Het censureren en boycotten van drillrap gaat bovendien niets oplossen, want die muzikale uitlaatklep en artistieke vrijheid moet er zijn.

Dat de zaak niet voor de politierechter, maar voor de meervoudige strafkamer voorkomt is ook opvallend. De politierechter behandelt minder ernstige strafzaken waar deze zaak eerder voor in aanmerking zou komen. Ook gezien de relatief milde strafeisen tegen de twee verdachten.

De rechtbank doet over twee weken uitspraak.