Kabinet gaat in hoger beroep in afluisterzaak

Het kabinet gaat in hoger beroep in de afluisterzaak rond een advocatenkantoor. Het kantoor werd jarenlang afgeluisterd en de rechter oordeelde dat dat tegen de regels was. Volgens minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken heeft de AIVD wel rechtmatig gehandeld.

Aanleiding was een zaak tegen de AIVD, die jarenlang gesprekken afluisterde van advocatenkantoor Prakken d’Oliveira. Het kantoor verdedigt veel terreurverdachten.

‘In belang van nationale veiligheid’

De AIVD dacht dat een verdachte wel eens interessante informatie met zijn advocaat kon delen, en besloot daarom de gesprekken tussen cliënt en advocaat af te luisteren. De rechtbank oordeelde dat dat tegen het verschoningsrecht van de advocaat is.

Het kabinet vindt dat de inlichtingendiensten rechtmatig hebben gehandeld, en gaat daarom in hoger beroep. Volgens Plasterk moet het in uitzonderlijke gevallen wel mogelijk zijn om advocaten af te luisteren. Hij stelt dat het afluisteren in het belang van de nationale veiligheid was.

Afluisteren vooraf toetsen

De rechter oordeelde daarnaast dat een onafhankelijk orgaan vooraf moet oordelen of een afluisteroperatie wel moet worden toegestaan. Als dat niet binnen zes maanden zou zijn geregeld, moet de staat helemaal stoppen met afluisteren.

Plasterk wil wel een onafhankelijke toetsing regelen, die bepaalt of er wel of niet mag worden afgeluisterd. Maar dat gaat niet binnen zes maanden lukken, zoals de rechtbank wel wil. Het kost meer tijd om een wet op te stellen die dat regelt.