Lange celstraffen voor Nieuwegeinse liquidatie

De rechtbank Utrecht heeft de 25-jarige Denzel D. uit Amstelveen en de 25-jarige Reza J. uit Amsterdam voor de liquidatie in Nieuwegein van Adjai “Chico” Badloe (43) en het in brand steken van hun vluchtauto veroordeeld tot respectievelijk 21 en 20 jaar cel.

Uitgebrand

Die straffen zijn iets lager dan de eis van 24 en 23 jaar.

Badloe is in de ochtend van 28 november 2017 aan de Apolloburg in Nieuwegein geliquideerd. Nadat hij meerdere schoten loste, rende de schutter weg en stapte – als bijrijder – in een vluchtauto. Dit voertuig werd 20 minuten later uitgebrand aangetroffen op een parkeerplaats in Utrecht. Getuigen zagen toevallig dat een man de auto in brand stak en direct daarna in een andere auto stapte. Na een lange en wilde achtervolging – waaronder met behulp van een politiehelikopter – reed de politie deze (tweede) vluchtauto klem in Amsterdam en hield de inzittenden aan.

Schot- en glasresten

Volgens de rechtbank heeft het duo de liquidatie samen uitgevoerd, waarbij de 25-jarige Reza J. de schutter was. In de tweede vluchtauto zijn kledingstukken gevonden waarop het dna van beide verdachten voorkwam. Op een paar van die kledingstukken zijn ook schotresten aangetroffen en glasresten van de ruit van de auto waarin het slachtoffer zat . Er is veel onderzoek gedaan door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). Hoewel uit de afzonderlijke onderzoeken soms slechts voorzichtige conclusies konden worden getrokken kent de rechtbank aan het geheel van deze conclusies samen sterke bewijswaarde toe.

Plan

Volgens de rechtbank is sprake van voorbedachte raad, omdat sprake was van een concreet en vooraf uitgedacht plan. Zo voerde 1 van de mannen een voorverkenning uit. Ook zette beide mannen in de nacht voor de liquidatie een vluchtauto klaar. Het door Denzel D. geopperde alternatieve scenario dat hij dacht dat hij als chauffeur bij een ripdeal betrokken zou, vindt de rechtbank – kijkend naar alle bewijsmiddelen – ongeloofwaardig. Net zoals de mogelijkheid dat er nog een derde persoon, mogelijk als schutter, bij deze liquidatie betrokken zou zijn. Het laten uitbranden van de vluchtauto behoorde volgens de rechtbank tot het vooraf uitgedachte plan. De rechtbank vindt het medeplegen van moord en brandstichting dan ook bewezen.

Gevaarlijk rijgedrag

In het huis van D. vond de politie ook bijna 5 kilo hasj. Daarnaast maakte hij zich tijdens de vluchtpoging (als bestuurder van de tweede vluchtauto) schuldig aan gevaarlijk rijgedrag. Voor het gevaarlijke rijgedrag van D., een overtreding, legt de rechtbank 2 maanden hechtenis en een rijontzegging van 2 jaar op, waarvan 1 jaar voorwaardelijk. Ook moet D. alsnog bijna 1,5 jaar van een eerder opgelegde gevangenisstraf uitzitten.

J. is naast de veroordeling voor het medeplegen van moord en brandstichting ook veroordeeld voor wapen- en munitiebezit.

Het duo moet ruim 21 duizend euro aan het dochtertje van het slachtoffer betalen, die bij de moord aanwezig was. Daarnaast moeten zij bijna 27 duizend euro aan schockschade betalen aan de partner van het slachtoffer. Zij trof haar partner levenloos achter het stuur aan. Ook moeten de mannen de uitvaartkosten van ruim 1.200 euro betalen.