Ministers verbieden chemische grondstoffen voor mogelijke drugsproductie

De minister van Justitie verbiedt per 1 april 100 soorten chemische stoffen die als precursoren worden gezien om harddrugs mee te kunnen produceren.

Verbod

Dat hebben minister Yeşilgöz-Zegerius van Justitie en Veiligheid en minister Kuipers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport besloten. Met het verbod willen de ministers zowel de ‘volksgezondheid beschermen’ als de ‘criminele structuren in de productie en handel van harddrugs doorbreken oprollen.’

Voor het aanwijzen van de verboden stoffen gelden volgens de ministers twee voorwaarden: ze kunnen worden gebruikt voor de illegale productie van drugs, en er is geen legale toepassing van bekend. In de lijst staan stoffen, die bijvoorbeeld als basis voor de productie van xtc kunnen dienen, waarvoor de werkzame stof MDMA nodig is.

Optreden

De ministers hebben een groep van deskundigen gevormd, die de lijst met drugsprecursoren moeten bijhouden. ‘Zo kan doorlopend worden opgetreden bij nieuwe opkomende grondstoffen voor harddrugs.’

De minister van Justitie licht het besluit tot een verbod toe: ‘De georganiseerde misdaad probeert met nietsontziend geweld zoveel mogelijk geld te verdienen met de productie en handel van harddrugs. Eigenaren van schuren en loodsen worden onder druk gezet voor de vestiging van drugslabs, ons milieu wordt ernstig vervuild door dumping van chemisch afval, liquidaties vinden plaats op straat en met explosieven worden gevels opgeblazen. Door het verbieden van deze ruim 100 chemicaliën kunnen opsporingsdiensten eerder optreden tegen de criminele structuren van deze gewelddadige industrie.

Strafbaar

Het bezit en het vervoeren van de grondstoffen om harddrugs te maken, wordt al strafbaar. Minister Yeşilgöz-Zegerius stelt dat er nu ook internationaal ‘meer gezamenlijk kan worden opgetrokken met landen waar deze stoffen al verboden zijn.’

Met het bijhouden van de nationale lijst kan blijvend het illegale productieproces van harddrugs worden verstoord, aldus de minister: ‘Criminelen die de drugsprecursoren vervoeren en, of in hun bezit hebben, kunnen zo gemakkelijker worden aangepakt.’

Hiervoor moest telkens nog worden bewezen dat deze personen konden weten dat het ging om grondstoffen voor harddrugs. Dit is door het bijhouden van de nationale lijst volgens de minister niet meer nodig.

Maximumstraf van 6 jaar

Het verbieden van de chemische grondstoffen is mogelijk door de ‘Wet strafrechtelijke aanpak ondermijnende criminaliteit I’ die per 1 januari 2022 in werking is getreden. Sindsdien is het verboden om drugsprecursoren in te voeren, uit te voeren, te vervoeren of voorhanden te hebben. Hierop staat een maximum gevangenisstraf van 6 jaar. Om tot de lijst van de verboden stoffen te komen, is advies gevraagd aan een groep deskundigen van het Openbaar Ministerie (OM), de politie, Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst (FIOD), Nederlands Forensisch Instituut (NFI), de Douane, de Koninklijke Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie en het Verbond van Handelaren in Chemische Producten.