Nieuwe rechterlijke dwaling: vrijspraak in zaak Rosmalense flatmoord

Het gerechtshof in Arnhem heeft maandag in een herzieningszaak de 64-jarige Rob B. vrijgesproken van doodslag op zijn toenmalige vriendin Regie van den Hoogen, op 10 april 2000. Het OM en de advocaat van de man hadden het gerechtshof op de recente zitting van 22 augustus ook om die vrijspraak gevraagd. Het NFI concludeert inmiddels dat zelfdoding het meest waarschijnlijke scenario was.

Volledig ontoerekeningsvatbaar

Rob B. werd in 2007 door zowel de rechtbank als het hof voor doodslag veroordeeld op de 37-jarige Regie van den Hoogen. Vanwege zijn psychische stoornis werd hij volledig ontoerekeningsvatbaar verklaard en kreeg hij tbs met dwangverpleging opgelegd. In het najaar van 2017 was hij uitbehandeld.

Twijfel

Ondanks de veroordeling bleef er altijd twijfel over de betrokkenheid van Rob B. De advocaat-generaal zei op de zitting van twee weken geleden dat er onvoldoende bewijs is. Het bewijs waarop B. indertijd werd veroordeeld is door nieuw onderzoek, en conclusies van deskundigen, ontkracht. Eerder wees de Hoge Raad de zaak terug naar het gerechtshof.

Waanideeën

Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) concludeert inmiddels dat zelfdoding het meest waarschijnlijk was. Daarnaast verklaarde een voormalig huisarts dat Regie van den Hoogen door waanideeën mogelijk een reden had om zichzelf te verwonden. Ze vroeg de arts enkele weken voor haar dood om iets uit haar hals te snijden. Er zat echter niets in haar hals. Een herzieningsverzoek van de advocaat van Rob B. leidde tot nieuw onderzoek waarin de voormalig huisarts met zijn verklaring kwam.

Psychiatrische problematiek

Op 10 april 2000 werd Van den Hoogen dood aangetroffen in de gang van hun gezamenlijke flatwoning in Rosmalen. Haar keel/hals was doorgesneden. Rob B. ontkende vanaf het begin dat hij zijn vriendin om had gebracht. Hij heeft altijd volgehouden dat hij die dag thuiskwam en zijn vriendin dood in de hal aantrof, in een plas bloed en dat zij zichzelf in de hals moest hebben gesneden. Bij zowel verdachte als zijn vriendin was sprake van psychiatrische problematiek.

Nieuwe rapporten

Vanaf 2018 kwamen er nieuwe deskundigenrapporten over de zaak. Deze deskundigen hebben na analyse van de bloedspoorpatronen en het letsel in de hals gerapporteerd dat de deskundigen in 2003 te stellige en verkeerde conclusies hebben getrokken.

Het hof is na studie van het dossier en bestudering van alle rapporten tot de conclusie gekomen dat de deskundigenrapporten uit 2003, die geleid hebben tot de veroordeling van Rob B., geen bewijs voor doodslag vormen en dat er ook geen bewijs is dat B. aanwezig of op enige wijze betrokken is geweest bij de dood van zijn vriendin in 2000.

Hij wordt zodoende vrijgesproken na veertien jaar onterecht te hebben vastgezeten. Justitie noemde de zaak eerder al een rechterlijke dwaling van het kaliber Puttense moordzaak en de Schiedammer parkmoord.

Excuses

Het OM heeft excuses aangeboden voor de rechterlijke dwaling. ‘Het OM betreurt het enorme leed dat Rob B. en zijn dierbaren is aangedaan en gaat kritisch kijken naar het verloop van deze zaak. Onder de verantwoordelijkheid van het Openbaar Ministerie zijn fouten gemaakt en daar bieden we onze excuses voor aan.’

De volledige uitspraak is hier te vinden.