Officier houdt vast aan procesafspraak die rechtbank afwees

Officier houdt vast aan procesafspraak die rechtbank afwees

In Den Haag heeft het Openbaar Ministerie in een strafzaak de overeengekomen lagere strafeis toch gehandhaafd terwijl de rechtbank eerder procesafspraken had afgewezen. Het Openbaar Ministerie vindt dat de rechtbank weinig ruimte heeft om van de gemaakte afspraken tussen de advocaat van de verdachte en het Openbaar Ministerie af te wijken.

Door @Wim van de Pol

De zaak draait met name om voorbereidingshandelingen voor het importeren van cocaïne en/of heroïne. In 2020 door de politie gekraakte berichten van EncroChat vormen het hart van het bewijs.

Negen maanden cel

Aan het begin van dit jaar maakten verdediging en OM procesafspraken. Afgesproken was dat de verdachte geen verdediging zou voeren en akkoord zou gaan met een strafeis van negen maanden. Zonder de afspraak zou de officier van justitie een jaar celstraf hebben geëist, een verschil van drie maanden.

De rechtbank veegde dat akkoord evenwel van tafel.

De rechtbank oordeelde in een tussenvonnis dat er toch veel bewijs was en dat er kennelijk grote geldbedragen mee waren gemoeid en dat de verdachte hierin een (aan)sturende rol had. De door het OM afgesproken straf stond volgens de rechtbank niet in redelijke verhouding tot de ernst van de zaak.

Voortvluchtig

De zaak moest dus verder worden gevoerd en maandag kwam het Openbaar Ministerie met de strafeis.

Opmerkelijk genoeg bleek dat de officier van justitie de lagere strafeis van negen maanden heeft gehandhaafd en dus niets uitdoet op het voorlopige oordeel van de rechtbank.

De officier van justitie stelde dat het Openbaar Ministerie de overtuiging heeft dat de rechtbank ‘minder ruimte’ heeft om de afspraken af te wijzen en dat de lagere strafeis ‘niet onredelijk’ is.

De verdachte in de zaak was voortvluchtig, maar had zich met het oog op de procesafspraken vrijwillig gemeld bij de politie.

Zeker boven onzeker

De officier wees op het belang van efficiënte afdoening ‘en het belang dat ook andere voortvluchtigen kiezen voor een zekere bestraffing boven een onzekere straffeloosheid.’

De officier van justitie vreest dat niet nakomen van de procesafspraken verdachten in het buitenland zal afschrikken zich te melden.

‘Groot belang’

Nadat de rechtbank in het tussenvonnis de afspraken van tafel had geveegd vroeg advocaat Michel van Stratum maandag vrijspraak. Volgens hem is niet te bewijzen dat zijn cliënt de gewraakte berichten heeft gestuurd.

Van Stratum is erg benieuwd naar het vonnis van de rechtbank: ‘De komende uitspraak is van groot belang. Ik denk dat veel advocaten, officieren en andere rechters in Den Haag en daarbuiten met grote belangstelling meekijken.’

Volgens Van Stratum lijkt er wat betreft de procesafspraken wel sprake te zijn van ‘een loterij’ bij de beoordeling door rechtbanken. Er zijn geen richtlijnen en helemaal waar het gaat om voorbereidingshandelingen.

Van Stratum: ‘Het maakt uit welk Haags college procesafspraken beoordeelt, en ook welke rechtbank. De rechtbank Rotterdam keurt bijvoorbeeld bijna iedere procesafspraak goed.’

De Haagse rechtbank zal over twee weken het vonnis wijzen (zie hier het eerdere tussenvonnis).