‘Officier van justitie hield bron geheim voor rechter-commissaris’ (VIDEO) (UPDATE)

Het politieteam dat eind jaren negentig onder leiding van een officier van justitie onderzoek deed naar de “Arnhemse villamoord” heeft voor de rechter verzwegen dat er een informant in het criminele circuit erop gewezen had dat twee mannen bij de moord betrokken zouden zijn geweest.

Geheim

Dat blijkt uit de documentaireserie over de zaak die de KRO-NCRV deze week uitzendt. Bij de overval werd een vrouw doodgeschoten. Een andere raakte zwaar gewond. De daders maakten kleingeld en bankpasjes buit.

De rechter-commissaris werd buiten het bestaan van de bron gehouden. ‘De informatie was niet zonder risico als het tijdens de zitting bekend zou raken’, staat in een rapport uit 1999, ‘juridisch kleven er ook haken en ogen aan.’

De informant was bepalend voor de richting van het politieonderzoek, maar was niet betrouwbaar. Uit het rapport blijkt dat er onjuistheden zaten in het verhaal van de informant. Hij tipte hij waar het moordwapen lag en hij zei hij wie de man op een compositietekening was. Maar beide beweringen bleken niet te kloppen.

Rechercheurs bleven niettemin geloven dat ze in de goede richting zaten ook al was er verder weinig bewijs. Tot nu toe is altijd onduidelijk gebleven hoe de politie precies bij de groep verdachten is uitgekomen.

Doodzonde

Eén van de verdachten erkent nu in de serie dat hij een valse bekentenis aflegde. Daarop zijn negen mannen veroordeeld tot gevangenisstraffen tussen de vijf en twaalf jaar. Een van hen pleegde zelfmoord in de cel.

Advocaat Paul Acda wil heropening van de zaak. Hij vindt het ‘een doodzonde’ dat geen enkele rechter zich heeft kunnen buigen over het verhaal van de bron.

Acda: ‘De politie was niet bezig met waarheidsvinding, maar met het zoeken naar bevestiging van zijn verhaal.’

De Hoge Raad moet gaan bepalen of er genoeg nieuwe informatie is om de zaak naar een gerechtshof terug te verwijzen.