OM eist 20 jaar voor in stukken zagen vriendin

Het Openbaar Ministerie heeft dinsdag twintig jaar gevangenisstraf geëist tegen de 57-jarige Bart B. uit Soest die ervan wordt verdacht eind 2018 zijn partner, de kapster Miranda Zitman, te hebben gedood. Na haar dood zou hij delen van haar lichaam in stukken hebben gezaagd en in het Amsterdam-Rijnkanaal hebben gedumpt. Haar romp is gevonden aan de Zuider IJdijk in Amsterdam-Oost.

Buitenland

Na de dood van de vrouw boekte B. volgens het OM praktisch al haar geld over op zijn eigen rekeningen. Familie en vrienden liet hij maandenlang in de waan gelaten dat Zitman nog in leven was. Hij deed dat onder meer door gebruik te maken van haar internet-accounts. Pas maanden later werd er door klanten en haar familie melding gemaakt van vermissing. De man werd toen gehoord  als getuige. Hij vertelde dat ze wilde stoppen met de kapsalon en ook met haar relatie met hem en dat ze een vroegere vriend in Canada wilde gaan opzoeken.

Hij zei haar op 28 december 2018 om ongeveer 12.00 te hebben afgezet bij station Utrecht CS. Daar zou met de trein verder gaan naar Schiphol. Ze zou bij een vrouw in het buitenland verblijven en voorlopig niets meer van zich laten horen.

Bijgesteld

Deze verklaring heeft B. lopende het onderzoek steeds bijgesteld. Miranda was van de trap gevallen, zei hij, toen duidelijk was dat ze Nederland niet had verlaten. Ze had zelf al haar geld voor haar vertrek aan hem overgeboekt, beweerde hij. Na de val van de trap wilde hij het doen voorkomen alsof ze naar het buitenland was vertrokken en daar gelukkig was, ‘om het leed te verzachten’, zo verklaarde hij.

Ook bekende B. later haar lichaam in stukken te hebben gezaagd, haar hoofd en armen in de tuin te hebben gegraven en haar romp en benen in hockeytassen in Amsterdam in het water van het Amsterdam-Rijnkanaal te hebben achtergelaten. Ook bekende hij uit haar naam berichten te hebben gestuurd naar vrienden en familie.

Trap

Een van de belangrijkste uitkomsten uit het recherche-onderzoek is dat de dood van Miranda niet verklaard kan worden door een val van de trap. Het letsel is zo heftig en zit op dusdanige plekken dat dat niet kan. Bovendien is er geen bloed gevonden op of onderaan de trap. De doodsoorzaak is inslaan op haar hoofd, aldus de officier van justitie.

De officier van justitie vindt dat doodslag bewezen is en ook het wegmaken van het lichaam, de diefstal van haar geld en identiteitsfraude. Volgens de officier van justitie heeft de verdachte nooit aan de nabestaanden willen vertellen wat er precies is gebeurd.

Deskundigen van (onder andere) het Pieter Baan Centrum hebben geadviseerd om B. als volledig toerekeningsvatbaar te beschouwen.

Zie ook:

Vraagtekens bij vermissingszaak Miranda Zitman