OM ziet geen bewijs voor zedendelicten Eindhovense agenten

Het Openbaar Ministerie stelt geen strafrechtelijk onderzoek in tegen politiemannen die door een vrouw uit Veldhoven zijn beschuldigd van gedwongen prostitutie. In juli en augustus verschenen verschillende verhalen in de media hierover. Het Openbaar Ministerie ziet geen harde feiten.

Gesprek

In juli en augustus 2020 verscheen in weekblad Nieuwe Revu een uitgebreid tweeluik over een 33-jarige vrouw uit Eindhoven. Ze stelde daarin slachtoffer te zijn van een netwerk, dat zich zou bezighouden met gedwongen prostitutie. Bij dit netwerk waren volgens de vrouw ook medewerkers van de politie betrokken. De beschuldigingen waren eerder gemeld bij het Openbaar Ministerie in Den Bosch. Toen was dat reden voor het OM om in gesprek te gaan met de betreffende vrouw en een ex-zedenrechercheur die optrad als haar begeleider. Op 30 juli 2020 vond een eerste gesprek plaats, waarbij door de vrouw en de begeleider stukken werden overhandigd ter ondersteuning van de beschuldigingen en de aangifte die werd gedaan.

‘Geen aanknopingspunten’

Na bestudering van de documenten is het OM tot de conclusie gekomen dat er geen concrete, objectief verifieerbare aanknopingspunten zijn voor het starten van een strafrechtelijk onderzoek. Er werden geen aanwijzingen naar voren gebracht die wezen op een netwerk van gedwongen prostitutie en de betrokkenheid van politiemedewerkers daarbij.

De zaak rond de vrouw speelde zich af in 2013. De Veldhovense meldde zich bij de politie als slachtoffer van gedwongen prostitutie. Een wijkagent ontfermde zich over haar, nam haar in huis en zou haar vervolgens hebben aangerand.

Op meerdere momenten heeft het OM aangegeven dat wat er aan informatie lag, onvoldoende concreet was. De vrouw en haar begeleider zouden vervolgens een begin maken met het doen van een aanvullende aangifte en het delen van nieuwe stukken. Deze toezeggingen werden niet nagekomen, aldus het Openbaar Ministerie.