Ook in hoger beroep zaak over grootschalige drugshandel per post van tafel

Volgens het Openbaar Ministerie verdiende de verdachte zeker acht jaar cel, maar ook in hoger beroep is de zaak, tegen een man uit Heerhugowaard, niet ontvankelijk verklaard. Volgens justitie verkocht de man honderdduizenden pillen en vele kilo’s cocaïne en speed. Maar omdat justitie eerst een deal met de man sloot over witwassen en hem daarna toch nog vervolgde voor drugs verklaarde het gerechtshof Den Bosch deze week justitie niet-ontvankelijk.

Inval in cel

D. B. kreeg in 2017 5,5 jaar cel vanwege de grootschalige export van xtc in postpakketten via het darkweb. Toen hij vastzat deed de recherche in 2019 een inval in zijn cel en in de woning van zijn vriendin omdat er een verdenking van witwassen van drugsgeld was opgekomen. Er werden administratie, telefoons en computers in beslag genomen. Bij de vriendin thuis werd een usb-stick aangetroffen met toegangscodes tot de verkoopplek KG Company op het darkweb, die kennelijk werd gerund door B.. Het wachtwoord voor de usb-stick werd gevonden in een notitieboekje op de cel van de 33-jarige verdachte uit Heerhugowaard.

Doorgegaan

In februari van 2020 gingen de verdachte en het Openbaar Ministerie akkoord met een transactie over het witwassen. De officier van justitie noemde daarbij als reden ‘kostbare opsporingscapaciteit’ die voor andere zaken zou kunnen worden aangewend. Daarmee leek de zaak te zijn afgedaan.

Toch begon Openbaar Ministerie een nieuwe strafzaak voor drugshandel op basis van de bij de doorzoekingen gevonden spullen. B. was volgens het Openbaar Ministerie na zijn veroordeling in 2017 nog doorgegaan met verkopen van drugs op internet. Tussen augustus 2017 en april 2018 zou hij nog ongeveer 100.000 xtc-pillen, 22,5 kilo MDMA-poeder, 10 kilo amfetamine, 2,7 kilo cocaïne en 10.425 pillen met onder meer 2C-B hebben verstuurd en geld daarvoor hebben ontvangen.

Het Openbaar Ministerie werd na een eis van acht jaar niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging van B. maar het OM ging in hoger beroep.

Ook de drugsfeiten

De advocaat-generaal is van mening dat het onderzoek dat aan de invallen ten grondslag lag alleen was gericht op het witwassen en dat de verdachte door de deal er niet op kon vertrouwen dat hij niet zou worden vervolgd voor drugsfeiten.

Advocaat Jules van Wijk had betoogd dat het OM bij B. het gerechtvaardigd vertrouwen heeft gewekt dat hij niet verder zou worden vervolgd. Hij wees daarbij op e-mailuitwisseling tussen hem en de officier van justitie.

Het gerechtshof is het met de advocaat eens. Het hof vindt dat er bij de doorzoekingen inderdaad veel bewijs is verzameld die erop wijst dat B. bezig was met het verwerken en verhandelen van drugs. Dus als het onderzoek is ‘gestaakt’ door het maken van de transactie, zoals de officier van justitie schrijft, kon B. ervan uit gaan dat ook het onderzoek in de drugszaak was gestaakt.

Door opnieuw een onderzoek te starten heeft het Openbaar Ministerie het vertrouwen geschaad dat de verdachte na de transactie mocht hebben, en dat is ‘onverenigbaar met een goede procesorde’, aldus het gerechtshof.