Plukze-zaak van 37 miljoen toch niet van tafel

De ontnemingskamer van het gerechtshof in Den Bosch heeft donderdag in hoger beroep de ontnemingszaak van een aantal drugsverdachten teruggewezen naar de rechtbank. Die verklaarde het Openbaar Ministerie in deze zaken eerder niet-ontvankelijk. Het gaat om de medeverdachten van de geliquideerde Eindhovenaar Aran de Jong.

Italië

Het hof vindt dat het OM wel ontvankelijk is. Eerder veroordeelde het hof zes mannen tot celstraffen variërend van 16 maanden tot 6 jaar omdat ze del uit hadden gemaakt van een criminele organisatie die grootschalig drugs exporteerde naar Italië en Engeland. Ook werden er drugs geïmporteerd en hield de bende zich bezig met het witwassen van drugsgeld. Daarmee zouden ze volgens het OM in totaal ruim 37 miljoen euro hebben verdiend en het OM wilde dat afnemen.

Onvoldoende gedaan

De rechtbank in Den Bosch verklaarde het OM niet-ontvankelijk omdat het de beginselen van een goede procesorde had geschonden. Zo nam het OM telkens andere standpunten in over de hoogte van de te ontnemen bedragen, zonder dat te onderbouwen. Verder had het OM onvoldoende gedaan om in kaart te brengen hoeveel vermogen de veroordeelden hadden en werd er een jaar lang niets aan het onderzoek gedaan. Evenmin gaf het OM gehoor aan de opdracht van de rechtbank om periodiek een (financieel) verslag uit te brengen.

Niet onvoldoende gedaan

Anders dan de rechtbank vindt het hof nu dat dit geen ernstige inbreuk was op de beginselen van een goede procesorde. De standpunten over de hoogte van de te ontnemen bedragen, hoeven pas bij het formuleren van de eis definitief te worden geformuleerd door het OM. Ook is volgens het hof niet gebleken dat het OM onvoldoende heeft gedaan om het vermogen van de veroordeelden in kaart te brengen. Er zijn hiervoor getuigen gehoord, er is een rapport hierover opgesteld en de officier van justitieheeft zich herhaaldelijk uitgelaten over het per veroordeelde te betalen bedrag.

Wel stelt het hof met de rechtbank vast dat het OM geen gehoor heeft gegeven aan de opdracht van de rechtbank tot periodieke verslaglegging en geen nadere onderzoeksactiviteiten voor ruim een jaar heeft ontplooid. De verdediging is hierdoor mogelijk in zijn belangen is geschaad. Het hof vindt echter dat die schade niet zodanig is dat er sprake is van een onherstelbaar vormverzuimof van een schending van het recht op een eerlijk proces waarvoor het OM niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.

De rechtbank moet nu alsnog beslissen over het door het OM geëiste bedrag van 37 miljoen.

Zie ook:

Plukze in Zaak-De Jong van de baan