Raad tikt Volkskrant op de vingers over Demmink

De Raad voor de Journalistiek heeft de Volkskrant op de vingers getikt over een publicatie, in augustus vorig jaar, over de Zaak-Demmink. Er is onzorgvuldig gehandeld omdat er geen wederhoor is toegepast. Toch blijft de Raad opvallend mild.

Door @Wim van de Pol

Op 18 augustus 2017 bewilligde het gerechtshof Arnhem het verzoek van het landelijk parket om de strafrechtelijke vervolging van Demmink wegens verkrachting van twee Turkse minderjarigen in de jaren negentig te staken. Daarmee kwam een eind aan een procedure die was begonnen in 2008 toen er aangifte was gedaan en stukken waren overgelegd aan het Openbaar Ministerie.

Advocaat Matthijs Kaaks diende namens Adèle van der Plas en haar cliënten, twee Turkse mannen, een klacht in bij de Raad voor de Journalistiek.

‘Valse aanklacht’

De Volkskrant schreef op 20 augustus op de website een artikel met de kop: ’Valse aanklacht, vals bewijs en geruchten: dit is de zaak-Demmink.’ De onderkop luidde: ‘Reconstructie van een karaktermoord’. Na appelleren van Van der Plas werd dit haastig gewijzigd in ‘De onttakeling van de zaak-Demmink’ en ‘Reconstructie: verzonnen aanklacht’.

Ook werden drie feitelijke onjuistheden verbeterd: een van de aangevers vroeg aan een medewerker van Van der Plas een laptop, dat was de ander, en over een andere aangever stond er dat deze geen aangifte had gedaan. Dat had deze wel, hij wilde daarna toch geen verklaring afleggen. Ook suggereerde de krant middels een foto dat Demmink ‘in het beklaagdenbankje’ had gezeten.

Suggestie

Uit het artikel rees sterk de suggestie dat Van der Plas een valse aangifte had gedaan. De krant schreef onder meer:

alles wijst erop dat de aanklacht vals is, dat een belastend document is gefalsificeerd, dat de afzender ervan niet bestaat en dat alle geruchten zijn verzonnen.

Ook schreef de krant dat het Openbaar Ministerie zei niet te kunnen vaststellen dat een gouverneur van Istanboel die een document over Demmink’s inreizen in Turkije ondertekende werkelijk bestond.

Niet in twijfel

Advocaat Van der Plas vond het verhaal ‘uitermate diskwalificerend voor haar en haar cliënten’, de Volkskrant had wederhoor moeten toepassen. Dan had zij bijvoorbeeld uit kunnen leggen dat uit verslagen van gesprekken met Turkse autoriteiten blijkt dat de authenticiteit van een document over Demmink’s aanwezigheid in Turkije juist niet in twijfel wordt getrokken, niet door de afdeling Internationale Rechtshulp van het Turkse Ministerie van Justitie en evenmin door het Turkse Openbaar Ministerie. Ook had ze kunnen aantekenen dat onderzoek naar de authenticiteit van het stuk dat de ‘gouverneur van Istanboel’ ondertekende nooit plaats had kunnen vinden.

Verder schreef Van der Plas dat de krant wist dat het strafrechtelijk onderzoek door Turkije is tegengewerkt, dat juist daarom geen onderzoek naar Turkse documenten heeft kunnen plaatsvinden en ook geen getuigen in Turkije konden worden gehoord.

‘Diffamerende suggestie’

De Raad concludeert nu (zie de conclusie):

De Raad vindt dat de termen ‘valse aanklacht’ en ‘valse documenten’ – zeker bezien in de context, waarin wordt bericht over een strafzaak – suggereren dat klaagster en/of haar cliënten een ‘valse aangifte’ in de zin van het Wetboek van Strafrecht heeft (of hebben) gedaan. Volgens de Raad bieden de uitspraak van het hof en de toelichting van het OM voor deze vergaande – voor klaagster diffamerende – suggestie onvoldoende grond. Het toepassen van wederhoor zou tot een genuanceerder en juister beeld over (de handelwijze van) klaagster en haar cliënten hebben geleid. Door dit na te laten heeft de Volkskrant journalistiek onzorgvuldig gehandeld.

Mild

De Volkskrant plaatste vannacht om 02.00 een rectificatie.

De Raad heeft de Volkskrant overigens mild behandeld. Hoe kwam de Volkskrant (mede) aan zijn informatie? De betrokken officieren van justitie zaten rond het moment van de uitspraak van het hof (de middag van 18 augustus) met verslaggevers van enkele geselecteerde grote media (onder wie de Volkskrant) bijéén in een lokaaltje van het landelijk parket voor een zogenaamd “achtergrondgesprek”. Een initiatief van het Openbaar Ministerie.

De Volkskrant publiceerde later die dag direct al een stuk over de zaak, dat net als het gewraakte stuk, geheel de boodschap van het Openbaar Ministerie naspeelde (anders dan bijvoorbeeld de neutrale berichten van NRC en de NOS; zie ook het verslag van Crimesite).

Dit stuk was ‘wel zorgvuldig’ – volgens de Raad voor de Journalistiek dan.

Je zou dit ook anders kunnen zien. Inhoudelijk verschilde het niet veel van het tweede stuk, hoewel het adjectief ‘vals’ ontbrak. Maar ook in dit verhaal was het voor de lezer moeilijk om feit van mening te onderscheiden, juist een bezwaar van de Raad tegen het tweede verhaal. Het was vooral de mening van de verslaggever.

‘Niet schuldig’

De kop luidde: ‘Hof: voormalig topambtenaar Demmink niet schuldig aan verkrachting’. Dat was geen feit. Dat was namelijk nu net niet de conclusie van het gerechtshof. Het hof oordeelde dat op basis van het voorliggende onderzoek en dossier geen enkel bewijs te vinden was voor het feit dat Demmink schuldig was, of zelfs maar in Turkije was geweest. En dat het OM Demmink niet verder hoefde te vervolgen.

De Raad voor de Journalistiek schrijft dat voorkomen moet worden dat een rechterlijke uitspraak in de krant terechtkomt met een andere betekenis en/of lading die aan de feiten wordt gegeven.

In dit niet gewraakte verhaal van de Volkskrant had de krant moeten aantekenen dat het hof in 2014 het nota bene zelf noodzakelijk had gevonden Turkse getuigen te horen en de Turkse documenten te onderzoeken. Hetgeen door de Turken werd geblokkeerd.
De Volkskrant schreef wel:

De officieren hadden graag getuigen in Turkije gehoord, maar tot hun grote frustratie weigerde Turkije daar aan mee te werken en werd het rechtshulpverzoek tot vier maal toe afgewezen. ‘Maar dat onderzoek had geen andere conclusie kunnen opleveren dan wat uit al Demminks administratie al blijkt’, aldus [officier van justitie] Van der Zwan.

De Volkskrant vroeg niet hoe deze officier dit laatste kon weten als hij in Turkije geen onderzoek kon doen.

En ja, die frustratie van deze officieren was van na 2014. De Volkskrant schreef niet dat het Openbaar Ministerie voor 2014 zes jaar lang – lees de periode van 2008 tot 2014 – geen enkel initiatief had ondernomen om onderzoek te doen in Turkije.

Ook over dit eerste Volkskrant-stuk had de Raad dus kunnen oordelen dat wederhoor had moeten worden toegepast. Maar goed, laten we zeggen dat dit eerste verhaal – evenals het laatste deel van dit stuk – een mengsel van feit en mening was, een opinie dus. Maar in ieder geval geen nieuwsverhaal wat het pretendeerde te zijn.

Zie ook:

Karaktermoord op Demmink? Kijk naar de feiten (COLUMN)