Rechtbank: NOS-journalist hoeft vragen niet te beantwoorden

Volgens de rechtbank in Rotterdam mocht misdaadjournalist Robert Bas zich als journalist op zijn verschoningsrecht beroepen, wat betreft de vragen die de rechter-commissaris hem wilde stellen. Lees de uitspraak van de rechtbank na de break.

De grondslag onder de gijzeling van Bas verviel volgens de rechtbank. De rechtbank:

De raadkamer van de rechtbank Rotterdam heeft een journalist van de NOS, die gisteren door de rechter-commissaris in gijzeling was gesteld toen hij weigerde als getuige in een strafzaak een verklaring af te leggen, uit de gijzeling ontslagen.

Verschoningsrecht

Het oordeel van de rechtbank luidt als volgt. Aan de journalist als getuige komt een verschoningsrecht toe. Dat recht is niet absoluut, in de zin dat hij op geen enkele vraag antwoord zou hoeven geven, maar betekent in elk geval wel dat hij geen vragen hoeft te beantwoorden waardoor hij (informatie over) zijn bronnen zou prijsgeven.

Ruime uitleg

Dat verschoningsrecht moet ruim worden uitgelegd en geldt daarom ook, zoals hier, als uit andere informatie al duidelijk is wie de bron is. De vragen die de getuige in dit geval gesteld zouden worden, vallen volgens de rechtbank (en anders dan de rechter-commissaris eerder van oordeel was) allemaal onder het verschoningsrecht van de journalist. De journalist hoeft daarom geen uitleg te geven over uitlatingen van hem die hij heeft gedaan in een gesprek met zijn bron.

Belangenafweging

Vervolgens is doorbreking van het verschoningsrecht volgens de wet nog mogelijk, maar de rechtbank vindt dat hier niet aan de orde, omdat het fundamentele belang van bronbescherming in dit geval zwaarder weegt dan andere belangen, zoals het ondervragingsrecht van de verdediging.