Rechtszaak over moord in Rotterdams eethuis loopt vast

De rechtszaak over de moord op Hamdi Bilir (29, foto), in 2014 een eethuis in Rotterdam, loopt vast omdat één van de verdachten op een onbekende plaats in Turkije verblijft. Het Algemeen Dagblad was dinsdag bij een tussentijdse zitting bij de rechtbank in Rotterdam. Op 23 september 2014 werd Billir doodgeschoten temidden van bezoekers van een restaurant aan de Mathenesserweg.

Aangehouden

Er zijn twee verdachten: Cengiz A. (39) en Ugur D. (26). Die laatste meldde zich in 2015 op Schiphol. Inmiddels is hij ontslagen uit voorlopige hechtenis.

Cengiz A. heeft de Turkse nationaliteit en is in Turkije in januari van dit jaar aangehouden. Turkse media schreven dat dit was voor het doodschieten van een Iraniër in Istanbul, eind 2019. Zijn Nederlandse advocaat ontkende dat en zei dat de aanhouding op verzoek van Nederland was. Hij zei toen ook dat een derde persoon een bekentenis in de zaak had afgelegd, en dat A. daarna was vrijgelaten.

De verblijfplaats van A. is op dit moment onduidelijk. De officier van justitie zegt niet te weten of de man in een Turkse gevangenis zit of op vrije voeten is. Maar een Turkse bron zegt aan Crimesite dat A. vast zit.

Getuige

De vraag is wie de dodelijke schoten op Bilir heeft gelost. In Opsporing Verzocht werd jaren geleden door de politie gezegd dat vermoedelijk A. de schutter is geweest. De advocaat van Ugur D. wil A. als getuige horen in de zaak.

De rechtshulp tussen Turkije en Nederland verloopt al jaren vrij slecht. De officier van justitie zei op de zitting dat de Turkse autoriteiten aan een verhoor van A. momenteel eisen stellen waaraan niet kan worden voldaan. En dat zorgt voor een ‘impasse’.

De inhoudelijke behandeling van de zaak staat gepland voor maart komend jaar, en de rechtbank wil daaraan vasthouden.