Topman OM wil strafverschil moord en doodslag ‘rechttrekken’ (UPDATE)

De topman van het Openbaar Ministerie wil dat de maximumstraf van vijftien jaar cel voor doodslag omhoog gaat. In een interview met dagblad Trouw zegt Gerrit van der Burg te vinden dat het verschil tussen doodslag en moord in strafbepaling momenteel te groot is en ‘rechtgetrokken’ moet worden.

Opzet

De maximale celstraf voor moord is in 2006 verhoogd van twintig naar dertig jaar of levenslang. Van der Burg kan zich daarin vinden en vindt dat nu ook de straf voor doodslag omhoog moet.

In het Wetboek van strafrecht staat dat er een verschil is tussen moord en doodslag. Bij doodslag kan sprake zijn van “voorwaardelijke opzet” en bij moord is er sprake van “voorbedachten rade”. Voorwaardelijke opzet bij doodslag betekent dat de doodslag geen doel was maar dat iemand wel bewust de grote kans heeft aanvaard dat de ander zal komen te overlijden. Bij voorbedachten rade heeft een dader een plan en tijd gehad om zich over het feit te bezinnen maar brengt vervolgens toch iemand om het leven. Het is het verschil tussen een opwelling en een plan.

Dat is in sommige situaties maar een klein verschil vindt Van der Burg, met een groot verschil in strafmaat. Impulsdaden kunnen ‘ook een sluitstuk zijn van een kwalijk patroon, zegt hij. ‘Juridisch is dan misschien niet te bewijzen dat het om moord gaat, maar het zou goed zijn als dat verschil wat meer wordt rechtgetrokken.’

Aangescherpt

In 2016 bleek uit onderzoek van de NRC dat daders vaker veroordeeld werden voor doodslag nadat de Hoge Raad de voorwaarden voor moord had aangescherpt. De Hoge Raad stelde in enkele uitspraken strengere eisen aan voorbedachte rade. Daardoor werden delicten die eerder als moord werden beoordeeld als doodslag gezien, en werd de straf lager.

Normaal

De OM-topman heeft er begrip voor dat er steeds zwaarder wordt gestraft. Steeds meer nadruk is komen te liggen op vergelding:

Toen ik in 1990 begon als officier van justitie, waren straffen van slechts acht jaar bij doodslag vrij normaal. Ik kan me een zaak herinneren van een dubbele moord waar vijftien jaar cel op volgde. Dat zou nu ­ondenkbaar zijn. Waarmee ik trouwens niet zeg dat we het in de jaren negentig fout deden. Het past in de context van de tijd.

De rechtbank in Rotterdam pleitte vorig jaar na de uitspraak in de zaak tegen Bekir E. die een 16-jarige ex-vriendin doodde nadat hij haar al maanden ernstig had bedreigd, ook met de dood. Hij kreeg voor doodslag veertien jaar cel en tbs. De rechtbank zag geen voorbedachten rade en dus onvoldoende bewijs voor moord.

Afschrikkende werking

De laatste jaren zijn er vele jonge mensen tot levenslang veroordeeld voor liquidaties die ze voor relatief weinig geld pleegden. Toch denkt Van der Burg dat een hogere straf echt afschrikkende werking heeft. Hij zegt in Trouw over het strafverschil tussen doodslag en moord:

Twintig jaar klinkt nog als een straf die te overzien is. Praat je over dertig of veertig jaar dan is dat echt anders.