‘Tunnelvisie in onderzoek naar liquidatie Breda’

In het onderzoek naar de liquidatie van de 60-jarige Peter van der Linde (foto) in Breda zou de politie zich schuldig maken aan tunnelvisie. Alternatieve scenario’s voor de achtergronden van de moord worden niet of nauwelijks onderzocht. Dat stellen de advocaten van Corné R., die door het OM wordt gezien als de schutter. 

Alina van Vliet en Bas van Riel, advocaten van Corné R., stellen dat vandaag in BNdeStem.

Vechtpartij

Volgens de advocaten laten de rechercheurs zich te veel leiden door de theorie van de nabestaanden van Peter van der Linde. Die baseren zich weer op een getuige die ook tegen de politie heeft verklaard dat Corné R. en een andere verdachte Piet S., hem zouden hebben betrokken bij de voorbereidingen van de liquidatie.  Volgens advocate Van Vliet zou deze getuige V. zich voor het karretje hebben laten spannen van ene H., een man die naar haar zeggen uit wrok handelt en op voet van oorlog met haar cliënt Corné R. leeft ‘omdat hij er met zijn vriendin vandoor zou zijn gegaan’. Enkele maanden voor de moord was er nog een flinke vechtpartij tussen de liefdesrivalen waar de politie aan te pas moest komen.

Niet serieus

Volgens de advocate van R. worden verklaringen van andere betrokkenen niet serieus genomen door de politie. Zo is er een verklaring van een ‘vermeend minnares’ van Peter van der Linde dat zij getuige is geweest van de liquidatie en de schutter heeft gezien. Daar zou niets mee worden gedaan door de politie. Ook heeft de politie een tip gekregen van een informant over Klaas Otto, aldus Van Vliet. ‘Maar dat heeft slechts één telefoontje van de officier naar hem opgeleverd.’ Klaas Otto ontkent volgens zijn advocaat Louis de Leon elke betrokkenheid bij de moord: ‘Peter was een vriend van hem.’

Bewijs

Volgens het Openbaar Ministerie is er veel bewijs tegen Corné R. Zo zijn er getuigenverklaringen, peilgegevens van de mobiele telefoon van R., en is er dna van R. op de kogelhulzen gevonden. De advocate van R. vindt het bewijs juist zwak. Getuigen hebben volgens de advocate tegenstrijdige verklaringen afgelegd over bijvoorbeeld het postuur van de schutter. De peilingen van de mobiele telefoons noemt ze ‘onduidelijk’. En dat er op gevonden kogelhulzen dna van haar cliënt zit, is evenmin bewijs, zo vindt ze, omdat haar cliënt in munitie handelde.

Opdrachtgever

Het Openbaar Ministerie is ervan overtuigd dat het de juiste verdachten voor de moord in het vizier heeft. In dat scenario is de bovengenoemd Piet S. de opdrachtgever die het slachtoffer in de val lokte door hem uit te nodigen voor zijn feest in café ’t Hoekske, Corné R. de schutter die hem buiten doodschoot en David J. de bestuurder van de vluchtwagen. Piet S. en David J. zijn op vrije voeten. Het motief van de liquidatie blijft onduidelijk, al stellen bronnen in het milieu dat S. een forse (drugs)schuld bij Van der Linde zou hebben gehad, aldus BNdeStem.