‘Verdachte commando verhandelde 250 aanvalsgeweren’ 

Een 42-jarige sergeant-majoor uit Rotterdam van het Korps Commando Troepen (KCT) die verdacht werd in een onderzoek naar Ridouan Taghi verhandelde volgens het Openbaar Ministerie meer dan duizend wapens of onderdelen daarvan. Verder zou hij 260 kilo cocaïne hebben gesmokkeld en geheime informatie over het Korps Commandotroepen en zijn collega’s hebben gedeeld. Dat schrijft het Algemeen Dagblad. Maandag was er achter gesloten deuren een voorbereidende zitting in de zaak.

Gregory F.

Commando A. S. is op 1 februari aangehouden op verdenking van voorbereiding van drugsimport, verduistering van militaire goederen, betrokkenheid bij wapenhandel en verboden wapenbezit. Zijn naam dook op in een onderzoek naar Ridouan Taghi. Zeker is dat de verdachte S. een kennis is van de in Suriname geboren Gregory F.. Dat is de man die vorig jaar september op verzoek van Nederland in Curaçao is gearresteerd in een hotel op verdenking van internationale drugshandel. Justitie ziet F. als een contact van Taghi.

Mogelijk is er ook een relatie met de naspeuringen naar de contacten van een neef van Taghi die deze als advocaat bezocht in de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) in Vught. Justitie denkt dat Taghi een gewelddadige ontsnappingspoging (‘met commando’s’) aan het uitdenken was, en via zijn neef contacten daarover onderhield met mensen buiten.

250 aanvalsgeweren

Volgens het Openbaar Ministerie zou de sergeant-majoor S. zo’n 250 aanvalsgeweren, 250 pistolen en 570 mitrailleurs of onderdelen daarvan hebben verhandeld. Ook zou hij onder meer een richtkijker en een helm van het Korps Commandotroepen hebben verduisterd. Thuis had hij tien oefenpatronen en dertig scherpe patronen liggen.

Volgens het OM deelde hij foto’s en call signs (roepnamen) van collega’s. In 2020 zou hij betrokken zijn geweest bij de smokkel van zo’n 260 kilo cocaïne via de Dominicaanse Republiek.

Het KCT is een elite-eenheid waarvan de kwaliteit ook internationaal hoog wordt ingeschat. Leden van het KCT doen regelmatig mee aan geheime missies in internationaal verband.

Niet openbaar

S. zou hebben verteld aan getuigen dat hij in Suriname een particulier internationaal trainingscentrum voor special forces zou willen inrichten.

Tot nu heeft A. S. zich beroepen op zijn zwijgrecht. Zijn advocaat Michael Ruperti vroeg om een zitting achter gesloten deuren zodat zijn cliënt vrijuit kon spreken zonder zich te hoeven houden aan zijn geheimhoudingsplicht.

De rechtbank ging daarmee akkoord, ook omdat behandeling in het openbaar (in)direct gevolgen kan hebben voor de veiligheid van de verdachte en andere medewerkers van het Korps Commando Troepen of hun familie. Ook wil de rechtbank voorkomen dat door openbaarheid gegevens over de werkwijze van het KCT naar buiten komen, hetgeen de veiligheidsbelangen van Nederland zou schaden.