Verwantschapsonderzoek zaak dode baby

In het onderzoek naar de in 2006 aangetroffen dode baby in Doetinchem heeft het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) onlangs een dna-verwantschapsonderzoek uitgevoerd. Dat heeft geen match opgeleverd. De baby werd in 2006 gevonden door spelende kinderen en bleek door een misdrijf om het leven te zijn gekomen.

Sinds 1 april 2012 is de wetgeving met betrekking tot dna-verwantschapsonderzoek verruimd. Dat bood justitie de kans een verzoek te doen voor dat onderzoek.

Hierbij is het dna-spoor van de baby vergeleken met alle dna-profielen in de landelijke databank. Op die manier wordt volgens een zogenaamd "familiair" onderzoek bekeken of er directe bloedverwanten te vinden zijn. Dit onderzoek heeft niet tot enig resultaat geleid, meldt de politie donderdag.

Het jongetje werd in 2006 door spelende kinderen in de dicht gevroren Kapperskolk in de wijk de Hoop in Doetinchem gevonden. Na onderzoek op het lichaam van de baby bleek dat hij door een misdrijf om het leven was gekomen. Enkele vrouwe hebben later vrijwillig dna afgestaan nadat zij in het onderzoek naar voren waren gekomen als mogelijke betrokkenen. De identiteit van de moeder is nooit achterhaald.

Lees ook:

Nieuw dna-onderzoek vaker ingezet