Waarom controleerde de politie nu juist dat ene bestelbusje?

In mei van dit jaar hield de politie langs de weg twee Britten in een bestelbusje staande. Vijf minuten later was de Renault Trafic omringd door vier burgerauto’s: een Dodge RAM, een VW Golf, een Mercedes en een Ford Focus. Niet veel later sprongen er agenten met een koevoet de laadruimte binnen om daar met gepast geweld toegang te krijgen tot een verborgen ruimte. De buit: ruim 59 kilo cocaïne. Dit lijkt een zaak van appeltje eitje maar dat is het niet.

Door @Wim van de Pol

Voor de Amsterdamse rechtbank stelde de officier van justitie dat de drugs afkomstig zouden zijn uit de Antwerpse haven, hoewel daarvoor geen direct bewijs op tafel ligt. Niettemin lijkt het logisch dat in de strijd tegen de cocaïnehandel het busje van de weg werd gehaald. De eis van justitie tegen de Britten: vijf jaar cel voor invoer en voorhanden hebben van cocaïne.

Toch vroeg advocaat Yehudi Moszkowicz aan de rechtbank om de zaak van tafel te vegen omdat de politie ernstige fouten zou hebben gemaakt. Het binnentreden in het busje was volgens hem niet rechtmatig en het bewijs moet worden uitgesloten, aldus de advocaat. Op de zitting moesten donderdag twee agenten verklaren hoe het was gekomen dat juist dat ene bestelbusje van de weg gehaald was en dat die verborgen ruimte was gevonden.

‘Indicatoren’

Er waren ‘indicatoren voor de aanwezigheid van een verborgen ruimte in de laadruimte van het voertuig’ waargenomen, zo staat het in een proces-verbaal. Maar dat was niet zo. Op de zitting getuigde een agent dat er niks te zien was. Nou ja: toen hij hurkte en onder de auto had gekeken waren er contouren van een bak zichtbaar geweest, maar geen uitsteeksel of zo.

In een proces-verbaal, van technische rapporteurs, staat geschreven dat de ruimte zó goed verborgen was dat hij alleen door ‘gedegen onderzoek’ van een specialist te vinden zou zijn.

Niks te zien

De agenten langs de weg hadden geen gedegen onderzoek gedaan.

Volgens de agenten had de controle aanvankelijk plaats gevonden in het kader van de Wegen-verkeerswet, gewoon een rijbewijs-controle. En daarbij had de politie de verborgen ruimte in de gaten gekregen. Maar hoe dan, wilde Moszkowicz weten. Wat waren dan ‘de indicatoren’ die waren gezien, en die voor de politie de verdenking had opgeleverd die openmaken en openbreken van de laadruimte rechtvaardigde: ‘er was niks te zien’.

Vernietigd

De rechtbank had best met eigen ogen willen vaststellen of er nu wel of niet ‘indicatoren’ voor de aanwezigheid van een verborgen ruimte te zien waren geweest. Helaas, dat is niet meer mogelijk. Het voertuig is al naar de sloop gebracht. Een deel van het bewijs was dus al voor de inhoudelijke behandeling bij de rechtbank vernietigd. Doorgaans besluit de rechtbank in het vonnis of kennelijk criminele instrumenten zoals een voertuig met een verborgen ruimte uit de roulatie moeten worden genomen.

ANPR

De blauwe Renault Trafic was een bijzonder voertuig.

Zo bijzonder dat het in het automatische herkenningssyteem (ANPR), dat op veel plaatsen langs doorgaande wegen staat geïnstalleerd, een hit had gekregen, waarna de controle was gevolgd. ‘Het ging de politie helemaal niet om de controle van de identiteit’, zei Moszkowicz aan de rechtbank, ‘ze wilden achterhalen of er inderdaad een verborgen ruimte in het voertuig aanwezig was, zoals ze vermoedden.’

Op een uitdraai van ANPR-registraties is te zien dat de Renault Trafic al verschillende malen, op andere momenten camera’s van het ANPR was gepasseerd. Op die momenten was er geen alarmbelletje afgegaan. En juist toen er 59 kilo cocaïne inzat ging het alarm en volgde er controle.

‘Duidelijk is dat de politie ergens informatie over dit vervoer en de auto had, maar die niet wil geven’, stelt Moszkowicz. De vraag is of de staandehouding en controle wel rechtmatig was. Dat kan niet meer worden getoetst, en dus krijgen de verdachten geen eerlijk proces, zegt de advocaat. Niet ontvankelijkheid moet dan volgen.

Rectificatie

De twee Britten (34 en 43 jaar) ontkennen ook maar iets van de cocaïne te hebben geweten. De rechtbank doet over twee weken uitspraak.

In de zaak tegen de twee Britten en de 59 kilo kwam advocaat Moszkowicz eerder dit jaar hard in aanvaring met officier van justitie George Rasker. Die had op de zitting van 11 augustus gezegd dat hij het erg opmerkelijk vond dat Moszkowicz beide verdachten bijstond. Hij maakte suggestie dat Moszkowicz deel uitmaakte van de juridische afdeling van een grote criminele organisatie.

Moszkowicz was woest en dwong voor de rechtbank een rectificatie van het Openbaar Ministerie af. Die werd afgedrukt in twee kranten.