De rechtbank in Almelo heeft maandag Dogan D. (32) uit Almelo en Johan D. (54) uit Goor veroordeeld tot zeven jaar celstraf voor een reeks martelingen. De twee (geen broers) gaven leiding aan een groep die betrokken was bij meerdere geweldsincidenten in Twente. De slachtoffers werden op bijzonder hardhandige en angstaanjagende wijze bedreigd, mishandeld en gegijzeld. Vier medeverdachten krijgen celstraffen variërend van 1 jaar tot 4,5 jaar.
“Lokvogels”
Volgens de rechtbank was er sprake van een duidelijke taakverdeling. Dogan D. en Johan D. bepaalden bij wie er ‘langs kon worden gegaan’, wie er gelokt moesten worden en namen zelf ook volop deel aan het geweld. De twee 24-jarige vrouwen werden ingezet als ‘lokvogels’ voor twee nietsvermoedende slachtoffers die dachten seks te gaan hebben met de vrouwen. Samen met een aantal mannen werd het geweld uitgevoerd. Slachtoffers werden toegetakeld met onder andere een boksbeugel en een mes en bedreigd met een vuurwapen.
Enkele slachtoffers waren na de mishandeling en intimidatie zo bang, dat ze geen aangifte durfden te doen. De groep mishandelde hun slachtoffers omdat zij nog schulden bij derden of de martelploeg zelf zouden hebben. Na de mishandeling werden deze schulden echter niet als ‘afgehandeld’ beschouwd.
“Groepstrofeeën”
Van de martelingen werden ook foto’s en video’s gemaakt, die de groep vervolgens gebruikte als ‘trofeeën’. Ze gebruikten het daarnaast als waarschuwing voor eventueel volgende slachtoffers. De rechtbank oordeelt dat de groep hiermee geraffineerd te werk ging en bijzonder angstaanjagende situaties heeft veroorzaakt.
Medeverdachten
Naast de twee hoofdverdachten, werden ook vier medeverdachten door de rechtbank veroordeeld. De twee mannelijke medeverdachten krijgen een gevangenisstraf van 1 jaar en 4,5 jaar opgelegd. De twee 24-jarige vrouwen (waarvan er één ook volop deelnam aan het geweld) zijn veroordeeld tot 3,5 jaar cel en 23 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. Nog een andere verdachte moet zich in september verantwoorden voor de rechter.
Eigen graf graven
De Twentse martelploeg bestaat volgens justitie uit zeven personen die zeker vijf slachtoffers hebben afgeranseld. Eén van hen werd naar eigen zeggen meegenomen naar een bos, waar hem werd verteld dat hij zijn eigen graf moest graven. Ook zou een verdachte onder water gehouden zijn.
RTV Oost schreef eerder dat één van de twee hoofdverdachten van de Twentse martelorganisatie heeft geprobeerd te ontsnappen uit de Rotterdamse gevangenis. Volgens justitie werden in zijn cel spullen gevonden die daarop wijzen. Toen de gevangenisdirecteur hem erover aansprak, is ze naar eigen zeggen door de verdachte bedreigd.