19-jarige krijgt 12 jaar cel voor liquidatie Amstelveen
Een 19-jarige man is door de rechtbank in Amsterdam dinsdag veroordeeld tot 12 jaar gevangenisstraf voor het medeplegen van moord op de 39-jarige Rachid Kotar in Amstelveen, op 12 december 2019. De destijds 17-jarige verdachte bestuurde de auto waarin de twee schutters vluchtten. Justitie had tegen hem 20 jaar geëist. Kotar werd aan het eind van de middag op het parkeerterrein van sportschool Health City van dichtbij neergeschoten toen in hij in zijn auto wilde stappen. Zijn 5-jarige zoontje zat op de achterbank. De verdachte is schuldig aan het medeplegen van moord.
Hoofd en romp
Kotar werd meerdere keren geraakt in zijn hoofd en romp en overleed ter plekke. De schutters vluchtten in een gereedstaande Volkswagen Transporter. Kort na de aanslag werd dit voertuig een paar kilometer verderop brandend aangetroffen. Uit camerabeelden bleek dat de Transporter de dag en ochtend voorafgaand aan de liquidatie al verkenningen had uitgevoerd op het parkeerterrein van de sportclub. Ook tijdens de aanslag stond het busje met draaiende motor voor de uitgang van het parkeerterrein geparkeerd.
In februari 2021 werden in het programma Opsporing Verzocht camerabeelden van de bestuurder van de vluchtauto getoond. De verdachte meldde zich daarop bij de politie. Zijn dna werd aangetroffen op de kleding die bij het busje werd gevonden en op handschoenen die bij de liquidatie zijn gebruikt.
Liquidatieplannen
Volgens de verdachte had hij slechts opdracht gekregen de bus te besturen en hem in brand te steken, maar wist hij niets van de plannen om iemand te liquideren. De rechtbank gelooft hem niet. Op basis van het dossier blijkt onder andere een nauwe samenwerking met de andere drie verdachten (die apart voor de rechter komen). Bovendien wordt een liquidatie in zijn algemeenheid zorgvuldig voorbereid, wat ook in dit geval blijkt te zijn gebeurd, vindt de rechtbank. Het is daarom volgens de rechtbank onaannemelijk dat een belangrijke rol als die van de voorverkenner en de bestuurder van de vluchtauto, en het uitwissen van mogelijke sporen, zou worden uitbesteed aan een minderjarige jongen die van niets weet.
Volwassenenstrafrecht
Omdat de verdachte tijdens de liquidatie 17 jaar oud was had de verdediging ervoor gepleit om het jeugdstrafrecht toe te passen. De rechtbank ging hier niet in mee en veroordeelt hem als volwassene. Daarbij weegt de rechtbank mee dat het om een zeer gewelddadige moord ging. Bovendien heeft de verdachte op meerdere momenten een rol gespeeld en was er dus niet sprake van jeugdig, ondoordacht of impulsief handelen. Ook blijkt uit uitgebreid psychologisch onderzoek dat pedagogische beïnvloeding geen effect meer zal hebben.
De rechtbank straf veel lager dan de eis van het Openbaar Ministerie, die om 20 jaar cel had gevraagd. Het OM had in de eis meegewogen dat het 5-jarige zoontje van het slachtoffer zijn vader van dichtbij heeft zien overlijden. De rechtbank wil niets afdoen aan hoe traumatisch dit voor het kind moet zijn geweest. Op grond van het dossier kan volgens de rechtbank echter niet worden vastgesteld dat de verdachte wist dat het zoontje aanwezig zou zijn. Ook weegt mee dat de verdachte als bestuurder van de vluchtauto een minder zware rol in de liquidatie heeft gehad dan zijn medeverdachten. Ook houdt de rechtbank toch rekening met de jeugdige leeftijd en het feit dat hij niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit.