20 jaar cel en tbs in hoger beroep voor moord op Hümeyra

Het gerechtshof in Den Haag heeft vrijdag in hoger beroep Bekir E. (34) veroordeeld tot 20 jaar celstraf en tbs met dwangverpleging voor de moord op de 16-jarige Hümeyra. Het slachtoffer werd op 18 december 2018 in de fietsenkelder van het Designcollege in Rotterdam doodgeschoten. E. werd in 2019 veroordeeld tot 14 jaar cel en tbs vanwege doodslag, maar het OM ging tegen die uitspraak in beroep.

Fietsenkelder

De toen 31-jarige Bekir E. verliet in de ochtend van 18 december 2018 met een doorgeladen vuurwapen in zijn broeksband zijn woning. Hij was met opzet rond de pauzes vlakbij de Rotterdamse school om Hümeyra met voorbedachten rade te vermoorden. Toen hij haar iets na 13.00 zag lopen, sprong hij uit zijn auto en rende hij haar achterna, de school door tot in de fietsenkelder. Daar schoot hij haar neer en vervolgens, gericht en van zeer dichtbij, dood.

Gekrenkt

E. voelde zich gekrenkt, omdat Hümeyra had gelogen over haar jonge leeftijd en ook omdat hij daardoor werd aangeduid als pedofiel en omdat zij hem (in zijn eigen woorden) begon ‘vast te zetten’ doordat zij aangiften tegen de verdachte deed van mishandeling, bedreigingen en stalking.

Koelbloedig

De doodsbedreigingen, het vuurwapen, het zoeken van Hümeyra, het doelgerichte handelen van de verdachte en de koelbloedige wijze waarop hij haar heeft dood geschoten, maken dat volgens het hof sprake is van voorbedachte raad, van moord op Hümeyra. Het hof acht niet aannemelijk dat de verdachte die dag in een opwelling heeft gehandeld.

Verminderd toerekeningsvatbaar

Met de rechtbank acht het hof Bekir E. verminderd toerekeningsvatbaar. Daarmee is rekening gehouden bij het opleggen van de gevangenisstraf van 20 jaar. De maximaal op te leggen straf voor dit feit is levenslang of 30 jaar. Het hof: ‘Omdat de verdachte, gelet op zijn persoonlijkheidsstoornis en ernstige psychopathie, niet onbehandeld in de maatschappij mag terugkeren, is daarnaast tbs met dwangverpleging opgelegd’.

De rechtbank was eerder van oordeel dat voorbedachte raad niet bewezen kon worden en veroordeelde E. in december 2019 voor doodslag tot 14 jaar cel en tbs met dwangverpleging.