Er tikt een tijdbom onder het Noffel-onderzoek (UPDATE)

De politie heeft in het onderzoek naar Naoufal F. e-mails van advocaten niet vernietigd. Dit is een bom onder het proces tegen F.. Ook zeker 25 andere onderzoeken naar liquidaties met ontsteutelde Canadese pgp-berichten lopen gevaar.

Door Wim van de Pol

Het ingewikkelde steekspel in het proces van F. over het opdracht geven voor de aanslag op Peter “Pjotr” R. trekt maar weinig aandacht.

Maar de belangen zijn enorm.

Justitie beschikt over miljoenen ontcijferde pgp-berichten van Ennetcom, en zegt die te kunnen gebruiken om vele geruchtmakende liquidaties op te lossen. In het Ennetcom-dossier valt te lezen dat in zeker 25 moord-onderzoeken die data worden gebruikt.

De spits

In het slepende proces tegen Noffel F. wordt de zaak nu op de spits gedreven. In de aanloop naar de huidige inhoudelijke behandeling heeft de rechtbank keer op keer verweren over vermeende onrechtmatigheden rond het verkrijgen van de pgp-berichten naar de prullenmand verwezen. Nu komt het erop aan. Advocaat Weski betoogde deze week dat bijna twintig wetten, grondrechten en rechtsprincipes zouden zijn geschonden.

Het voor het OM gevaarlijkste punt zijn aangetroffen e-mails van advocaten. Die mag de politie niet bewaren en moet ze direct vernietigen. Nu blijkt dat onmiskenbare geheimhouders-informatie in het Noffel-dossier, in weerwil tot overweldigende jurisprudentie, tussen 2016 en vandaag niet is vernietigd.

Dat vormt een zeer ernstige inbreuk, die in principe het einde van de strafzaak moet betekenen. De meeste Nederlandse rechters, maar in ieder geval de Hoge Raad en het Europese Hof zijn hier tot nu toe rigoureus in geweest. De Hoge Raad spreekt van ‘een onherstelbaar vormverzuim’ en bovendien mogen zulke gegevens niet in het strafproces worden gebruikt.

De meest geruchtmakende zaak waar schending van het geheimhoudingsrecht het einde van de strafzaak inhield was de Acroniem-zaak tegen de Amsterdamse Hells Angels. De politie had telefoongesprekken met advocaten bewaard. De rechtbank veegde de gehele zaak in 2007 van tafel.

Tien e-mails

Advocaat Frank van Ardenne hield deze week in de rechtbankbunker in Amsterdam-Osdorp aan de rechters tien e-mailberichten uit het Noffel-dossier voor die onmiskenbaar onder het geheimhoudersrecht van een advocaat vallen. Hij maakte de inhoud niet bekend, maar de rechters kunnen daar wel kennis van nemen. Het zijn onder meer berichten die in de pgp-data voorkomen als van/aan ‘adv’. Zes berichten vermeldde de politie in een proces-verbaal. Vier berichten werden door Weski en Van Ardenne zelf in de data gevonden.

Een bericht dat van een advocaat zou zijn is ook daadwerkelijk in het politieonderzoek gebruikt om te proberen een e-mailadres met een bijnaam van Noffel te koppelen.

Op een cd met pgp-data die het Openbaar Ministerie aan Weski en Noffel heeft overlegd vonden de advocaten na een korte zoekslag nog veel meer berichten die waarschijnlijk van advocaten of artsen zijn. Voor die laatste groep geldt het medisch beroepsgeheim.

Melden?

Volgens van Ardenne geldt voor e-mailberichten altijd de gebruikelijke procedure voor vernietiging: ‘daarvoor is niet vereist dat in de aanduiding van het e-mailadres kenbaar is dat deze afkomstig is van een advocaat’. Het is voldoende als voor een rechercheur kenbaar is dat het om een advocaat gaat. En dat is volgens Van Ardenne in de tien berichten overduidelijk het geval.

Officier van justitie Koos Plooij had zich al eerder in het proces verdedigd door te stellen dat gebruikers meer dan eens publiekelijk is opgeroepen om zich te melden als geheimhouder. Ook kregen alle Ennetcom-adressen een e-mail. Als geheimhouders dat zouden doen dan maken ze zich bekend bij de politie, ze verschaffen de politie richtinggevende informatie en schenden mogelijk hun beroepsgeheim. Verder is een advocaat vrij te kiezen voor ieder communicatiemiddel. Maar dat alles is niet het voornaamste, aldus Van Ardenne:

De officier lijkt hiermee de geheimhouder verantwoordelijk te houden voor de aanwezigheid van mededelingen die onder het verschoningsrecht vallen. De verdediging wijst in dat kader op de wettelijke verantwoordelijkheid van de officier van justitie. Het Besluit bewaren en vernietigen niet-gevoegde stukken wijst immers de officier aan als verantwoordelijke voor het vernietigen van geheimhouderscommunicatie.

De kern in alle regels en jurisprudentie is volgens Van Ardenne dat justitie direct moet vernietigen. In het geval van de Ennetcom-data heeft de recherche dit sinds 12 oktober 2016 tot vandaag de dag niet gedaan.

Ontoegankelijk?

Officier Plooij zei eerder ook dat de geheimhoudersdata ‘ontoegankelijk’ zijn gemaakt. Van Ardenne bracht daar dat tegenin:

Die bewering is zonder nadere onderbouwing ontoereikend. Gedurende een lange periode heeft de brondata op het politiebureau gelegen, waar iedereen met een inlogcode zich de toegang tot de brondata kon verschaffen. Daardoor is niet meer vast te stellen of en in hoeverre deze informatie mede richting heeft gegeven aan het verdere strafrechtelijke onderzoek.

Volgens Van Ardenne moet het Openbaar Ministerie in de zaak tegen Noffel F. niet ontvankelijk worden verklaard.

Onschadelijk maken?

E-mails zijn niet vernietigd en evenmin heeft het Openbaar Ministerie de intentie getoond die te willen vernietigen. De rechtbank zal daar niet omheen kunnen.

De hamvraag is welke consequenties dat moet hebben. De jurisprudentie is voor het OM niet gunstig. Maandag zal het Openbaar Ministerie nog de gelegenheid krijgen om te reageren en de tijdbom onschadelijk te maken, maar dan volgen nog het gerechtshof en de Hoge Raad. Wanneer de rechtbank het vonnis uitspreekt is nog niet bekend.

Het risico van het Openbaar Ministerie ten aanzien van de geheimhoudersgesprekken beperkt zich overigens niet alleen tot het onderzoek naar Naoufal F.. In het Ennetcom-onderzoek noteerde de politie op zeker moment dat in 25 actuele onderzoeken naar zware georganiseerde criminaliteit de ontsleutelde pgp-data gebruikt. Gezien de werkwijze die het Openbaar Ministerie heeft beschreven zullen in die onderzoeken zeer waarschijnlijk ook geheimhoudersgesprekken voorkomen.

Zie ook:

‘Geen relatie tussen Noffel en aanslag Peter R.’

OM eist 20 jaar cel tegen Noffel

Wrakingsverzoek Naoufal F. afgewezen

Nieuwe overwinning OM over pgp-berichten