Drugshandelaar Stanley “Kai” Esser overleden

De Noord-Hollandse drugshandelaar Stanley “Kai” Esser is op 1 december op 77-jarige leeftijd overleden. Dat heeft zijn familie aan Crimesite bevestigd. Esser was van de allereerste generatie grote hasjhandelaren, en kwam vanaf begin jaren tachtig frequent in politieonderzoeken voor.

Door @Wim van de Pol

De in Willemstad op Curaçao geboren Esser groeide uit tot een internationale hasjhandelaar, een voorloper van Klaas Bruinsma met wie hij ook wel zaken deed. Hij probeerde altijd met redelijk succes uit de grote publiciteit te blijven. In een politie-analyse over de groep rond Bruinsma uit 1989 figureerde Esser echter prominent. Esser was een van de laatste grote namen van zijn generatie die nog in leven was. Esser was goede vrienden met de Volendamse hasjhandelaren, en de groep rond de hasjkotter van de Lammy.

Na te zijn verhuisd van Curaçao naar Nederland raakte Esser al snel verzeild in de criminaliteit. Vanaf zijn 23ste jaar maakte de politie geregeld processen-verbaal tegen hem op, voor onder meer diefstal en bedreiging met geweld, valsheid in geschrifte, valse paspoorten, drugsfeiten en wapenbezit. In 1989 had hij een strafblad met 12 veroordelingen.

Rode Libanon

Vanaf de jaren tachtig deed hij grotere hasjtransporten, bijvoorbeeld van de indertijd vermaarde “Rode Libanon” met vrachtwagens en viskotters. Maar hij vervoerde ook Marokkaanse en Pakistaanse hasj en kleinere hoeveelheden heroïne. De charmante Esser excelleerde in het onderhouden van contacten in het buitenland.

Hij onderhield contacten met andere Nederlandse criminelen zoals Henk Rommy (“de Zwarte Cobra”) en Johan Verhoek (“de Hakkelaar”). Die waren alweer van een jongere generatie. Ook John Mieremet en Sam Klepper hoorden tot zijn zakelijke kennissen.

Esser woonde zowel in Limmen (Noord-Holland) als in Amsterdam. In 1984 raakte hij gewond bij een moordaanslag, gepleegd bij zijn villa in Limmen. Dat ging over een conflict in de hasjhandel, met de Libanees Henie Shamel (die in 1993 samen met zijn vriendin werd vermoord in Antwerpen).

In 1985 ontsnapte Esser aan een vervolging in de Verenigde Staten na een aanhouding in Nederland. Amerikaanse undercoveragenten hadden onder meer met hem de smokkel opgezet van 500 kilo heroïne die vanuit Zuid-Azië via Nederland per schip naar de VS zou gaan. De beloofde prijs was 1.5 miljoen dollar in cash en meer dan 100 kilo cocaïne. In de Verenigde Staten werden vier mensen vervolgd.

Cees de J.

De toenmalige inlichtingendienst BVD verschafte in 1997 een proces-verbaal aan de landelijke recherche over Kai Esser. Hij zou middels een corruptie ambtenaar bij de (toenmalige) Douanerecherche (nu FIOD), Cees de J. een serie containers met drugs hebben kunnen importeren. De J. was directe ondergeschikte van de latere officier van justitie Fred Teeven, die ontkende iets van de illegale activiteiten van De J. te hebben geweten, wat moeilijk te rijmen was met de feiten.

De BVD gaf de informatie omdat de landelijke recherche toen onderzoek deed naar corruptie tijdens de IRT-affaire. Dat onderzoek van de landelijke recherche naar Cees de J. verzandde, net als alle andere onderzoeken naar corruptie tijdens de IRT-affaire, een deel werd later zelfs tot staatsgeheim verklaard.

Overigens zeggen verschillende betrokkenen dat Stanley Esser een geheime bron is geweest voor Tweede Kamerlid Maarten van Traa die de IRT-affaire onderzocht. Hun beider zoontjes zouden in het hetzelfde jeugdvoetbalteam hebben gespeeld. (tekst gaat verder onder reclame)

Van Hout

In 1991, het jaar dat Klaas Bruinsma werd doodgeschoten veroordeelde een rechtbank Esser bij verstek tot zes jaar cel voor drugshandel. Pas in december 1994 werd hij gearresteerd. Eind 1996 kwam hij weer op vrije voeten. In 1996 constateerde de politie in het onderzoek naar hasjhandel door Heineken-ontvoerder Cor van Hout dat Van Hout soms contact had met Esser. De twee sloegen samen balletjes op de tennisbaan.

De Amsterdamse justitie constateerde eind jaren negentig dat Esser was uitgeschreven naar België en waarschijnlijk een aanzienlijk geldbedrag in Zwitserland had ondergebracht, buiten bereik van de Nederlandse justitie.

Esser kwam de laatste decennia veel minder voor in de politie-dossiers. Hij verbleef in verschillende landen in het Caraïbisch gebied en woonde lange tijd in Mexico. Hij was al lange tijd in ruste. Het is tekenend voor zijn enorme netwerk dat hij soms nog opdook hij nog op in moderne dossiers, zoals in een paar bijzinnen in de getuigenverklaringen van kroongetuige Fred Ros, die hem koppelde aan een grote diamant in Mexico (waar verder nooit meer iets over werd vernomen). Na zijn periode in Mexico keerde Esser terug naar Europa.