Gwenette Martha: van voetbaltalent tot drugscrimineel

Gwenette Martha: van voetbaltalent tot drugscrimineel

Hij werd als jonge voetballer nog opgemerkt door Ajax, maar begon een carrière in de georganiseerde misdaad. In 2014 maakten tientallen kogels een einde aan het leven van de invloedrijke crimineel Gwenette Martha.

Gwenette Martha (1974-2014) werd geboren op Curaçao, maar vertrok al op jonge leeftijd naar Nederland. Met zijn oudere broer Giovanni groeide hij op bij zijn moeder, in de Amsterdamse Pijp. Hij is enige tijd een voetbaltalentje geweest, dat zelfs in de belangstelling van Ajax stond. Al op jonge leeftijd vormde hij een vriendenclubje met onder meer de broers Etous en Boneka Belserang. De vrienden raakten in de loop der tijd steeds meer verzeild in de misdaad. In 1992 schoot iemand uit een groepje Marokkanen zijn broer Giovanni dood op het Rembrandtplein. Het maakte grote indruk op de toen 18-jarige Martha.

Gwenette was intelligent en kon vriendelijk zijn, maar zijn gedrag verhardde in de loop der jaren. Hij kwam in beeld in een groot onderzoek naar gewapende overvallen waar ook zijn vriend Najeb Boubouh in figureerde, maar ontsprong de dans en werd alleen voor wapenbezit en drugsbezit veroordeeld. Ook werd Martha door de politie verdacht van internationale drugshandel, onder meer via Schiphol. De politie vermoedde dat hij cocaïne importeerde uit Mexico.

Martha  bouwde connecties op met Britse criminelen. Ook speelde hij een rol in de bedreiging van Gerard Meesters, een onderwijzer uit Groningen, wiens zus een grote partij hasj zou hebben geript. Na deze bedreiging werd Gerard Meesters doodgeschoten door Daniel Sowerby, die daarvoor werd veroordeeld tot levenslang. Martha kreeg voor de bedreiging van Meesters enkele maanden cel. De politie vermoedde dat Martha ook de hand had in de liquidatie van de Marokkaanse Amsterdammer die werd veroordeeld voor de dood van zijn broer Giovanni. Maar het bleven vermoedens, Martha werd er niet voor veroordeeld. Ondertussen groeide zijn reputatie gestaag.

In 2005 nam hij deel aan een mishandeling van een vrouw voor de deur van discotheek Sinners bij het Rembrandtplein. Dat gebeurde nadat er een opstootje was geweest bij de garderobe. Martha hield van luxe en reed in extreem dure auto’s van een leasebedrijf uit Friesland dat in het verleden in verband was gebracht met Fred Ros en andere criminelen. Voor de verleidingen van drugs en drank was hij minder gevoelig. Hij bekeerde zich tot de islam nadat hij een relatie was aangegaan met een Amsterdamse crèche-medewerkster.

De politie begon Martha meer in de gaten te houden. De politie constateerde dat hij verschillende winkeltjes met luxe kleding en horloges had op de Bilderdijkstraat en de Albert Cuypstraat. Volgens Martha hield hij zich bezig met de export van dure horloges naar Italië. De rechtbank zag het anders en veroordeelde hem in 2007 voor witwassen, de mishandeling van de vrouw bij discotheek Sinners en handel in heroïne. In laatste zaak ging hij na een terug verwijzing door de Hoge Raad van de haak. Het bewijs hing op communicatie met piepernummers. Of het Gwenette was die achter die nummers schuilging bleek nog maar de vraag te zijn.

Op 12 mei 2008 was er een goed geoliede ontsnapping uit het huis van bewaring in Heerhugowaard. Onder toeziend oog en luide aanmoedigingen van medegedetineerden klom hij over een muur en een hek, twee mannen in een Volkswagenbusje reden hem weg. Martha dook onder in Antwerpen waar goede contacten voor hem een loft hadden geregeld. Hij zette er regelmatig de bloemetjes buiten, betaalde duizelingwekkend hoge rekeningen en was royaal met uitnodigingen en fooien. In 2009 werd hij in Antwerpen toch weer aangehouden en zat hij tot halverwege 2012 het laatste deel van zijn straffen uit.

In het jaar 2012 kwamen Gwenette Martha en een aantal andere spelers in de Amsterdamse onderwereld in een maalstroom terecht. Of de aanleiding nu een partij van 200 kilo cocaïne was die ‘verdween’ in de Antwerpse haven of dat er andere aanleidingen waren, zekerheid is er niet. Wat wel vaststaat is dat in het voorjaar van 2012 een groep Amsterdammers een groep Marokkaanse Antwerpenaren naar het leven staat. omdat ze een partij coke zouden hebben verduisterd. Er wordt een lid deze groep, in het milieu de Turtles genoemd, kort tijd gegijzeld en mishandeld. Vast staat ook dat deze groep banden had met Gwenette. Martha zelf was overigens op het moment dat dit speelde gedetineerd in een Nederlandse gevangenis en zou nauwelijks een sturende rol van betekenis hebben kunnen spelen. Een ander feit is dat Najeb Boubouh, de jeugdvriend van Gwenette, in Antwerpen woonde en op 18 oktober 2012 werd geliquideerd.

Op 29 december van dat jaar vond een dubbele moord plaats in de Staatsliedenbuurt in Amsterdam, waarbij het waarschijnlijke hoofddoelwit, Benaouf A. aan de kogels ontsnapte. De politie is uitgegaan van de theorie dat deze aanslag een wraakactie was van Gwenette Martha. Benaouf A. leek betrokken te zijn bij de liquidatie van Boubouh in Antwerpen, hij werd later in ieder geval veroordeeld voor het medeplegen van die moord.

Gwenette Martha moest na de moord op zijn maatje Boubouh vrezen voor zijn leven. Er kwam informatie binnen bij de politie dat hij gevaar liep; zelf constateerde hij dat hij werd gevolgd. Martha werd met wat kornuiten opgepakt op de Dam in Amsterdam op verdenking van het voorbereiden van een moordaanslag. Maar de zaak kreeg buiten de vondst van enkele vuurwapens verder geen handen en voeten; Martha kwam voorwaardelijk vrij.

Ondertussen viel het ene na het andere slachtoffer in de affaire. Opvallend veel personen uit de entourage van Martha werden doodgeschoten. Martha maakte zich grote zorgen over zijn veiligheid. Hij droeg een kogelwerend vest, maar was kwetsbaar omdat hij zich volgens de autoriteiten op vast momenten moest melden op een vaste plaats. Hij was gedwongen zich volgens vaste routes en patronen te bewegen en hij mocht niet naar het buitenland. Zijn advocaat maakte zich kwaad toen bleek dat het Openbaar Ministerie de onveiligheid van de situatie rond Martha erkende maar zei slechts onder één voorwaarde voor bescherming te kunnen zorgen. Martha zou de personen die hem naar het leven stonden moeten aanwijzen. Martha en zijn advocaat bleven bij hun standpunt dat Martha dat niet kon doen, omdat hij alleen zou kunnen speculeren en zo het risico zou lopen mensen vals te beschuldigen. Bovendien, op die manier met de politie spreken zou neer komen op het plegen van een doodzonde in het criminele milieu. Wie dat wel doet loopt het risico te worden geliquideerd. Martha stond dus schaakmat.

Of het standpunt van het Openbaar Ministerie nu te rechtvaardigen viel of niet, Martha kon weten dat zijn einde niet ver meer was toen de onderhandelingen met justitie stuk liepen. In een nette woonbuurt bij de Amsterdamseweg in Amstelveen maakte een ploeg onbekende daders met automatische geweren op 22 mei 2014 een einde aan Gwenette Martha’s leven, toen er 80 kogels op hem werden afgevuurd, op een parkeerplaats.