Hoge Raad: één zaak in het Posbank-proces moet opnieuw (UPDATE)

Het proces tegen één van de twee verdachten in de zogeheten Posbank-moord moet opnieuw worden gedaan door een gerechtshof. Dat heeft de Hoge Raad dinsdag bepaald, in navolging van een advies deze zomer van de advocaat-generaal bij de Hoge Raad, na een cassatieverzoek van advocaat Wieteke Drummen.

Alex Wiegmink

Voor de moord op Alex Wiegmink werden Souris R. en Frank S. veroordeeld tot 18 jaar jaar, na een veroordeling tot iets lagere straffen door de rechtbank. Het gerechtshof ging ervan uit dat Wiegmink, die in de bossen bij de Posbank op de Veluwe aan het hardlopen was, een deal had gezien die hij niet had mogen zien. Hij werd op 20 januari 2003 doodgeschoten en zijn lichaam verbrand in zijn auto in de buurt van het Brabantse Erp.

Toen de politie aanwijzingen had dat Souris R. meer wist over de Posbank-zaak stuurde men undercoveragenten op hem af en hielden hem voor dat ze van een corrupte politieagent hadden gehoord dat hij hoofdverdachte zou zijn voor de Posbankmoord.

Mr Big

De Hoge Raad vindt dat de methode “Mr Big” die op verdachte Souris R. is toegepast misschien niet door de beugel kan. Advocaat Wieteke Drummen had voor het gerechtshof betoogd dat haar client zwaar onder druk zou zijn gezet door de infiltranten die zich voordeden als zware criminelen. De undercoveragenten stelden onder meer een beloning van 75.000 euro in het vooruitzicht en een plek in een criminele organisatie. Dan moest hij wel vertellen hoe het met de moord op Alex Wiegmink was gegaan.

Drummen betoogde dat de “verklaringsvrijheid” van haar client was aangetast. Met andere woorden: hij heeft zich mogelijk laten beïnvloeden door de agenten. De Hoge Raad is het daarmee eens. De agenten hebben ‘bemoeienis’ gehad met ‘wezenlijke onderdelen van de verklaring.’ Het gerechtshof had beter moeten motiveren waarom het dat betoog van Drummen heeft afgewezen. (tekst loopt door na reclame)

Fucking kofferbak

Wie de gesprekken uit de opnames terugleest krijgt sterk de indruk dat Souris R. inderdaad ter plaatse was, heeft geschoten en het lijk in brand heeft gestoken:

S: Alles ligt daar. (…) Die fucking kofferbak vol. (…) Mooie plek voor ging hij een dealtje maken. Daarom is hij een paar weken daarvoor gaan kijken weet je wel? (…) We hadden een mooie plek gevonden. (…)

N: En toen? Hij ging zich ermee bemoeien echt?

S: Ja ja, tuurlijk.

N: Hij ging jullie gewoon aanspreken van wat doe je hier en zo?

S: Nee. Hij zag dat ding in de kofferbak weet je wel?

N: Wat lag in de kofferbak?

S: Ja, wiet en zo. Pallet. (…) Gooi die twee zakken flikker op de grond.

N: Ja, en toen?

S: Ja, toen begon te lullen allemaal. (…) Niet als getuige nodig. Bel de politie nou op! (…) Ging ie zeggen. (…)

N: En toen?

S: Ja, kunnen partij/geen getuige achterlaten hè?

(…)

N: Waar heb je hem geschoten?

S: Ja, daar! (…)

Maar de bekentenis kan volgens de Hoge Raad op wezenlijke punten onjuist zijn.

Daderkennis

De Hoge Raad is het met advocaat Drummen eens dat de verdachte is ‘misleid’ door de agenten. De Hoge Raad:

In het bijzonder de mate en wijze van binnen het opsporingstraject toegepaste misleiding hadden het Hof aanleiding moeten geven uitdrukkelijk te beoordelen of de verdachte vanwege de – door de verdachte als geharde criminelen beschouwde politieambtenaren – in het vooruitzicht gestelde consequenties zodanig onder druk was gezet, dat de door de verdachte afgelegde verklaringen in strijd met zijn verklaringsvrijheid zijn verkregen.

Belangrijk is ook dat in de opnames die de undercovers maakten van gesprekken met R. hij geen specifieke daderkennis heeft gegeven.

De veroordeling van Frank S. blijft in stand. Hij heeft zichzelf bij de politie gemeld en heeft een bekentenis afgelegd. Hij heeft verteld dat hij Wiegmink samen met R. heeft doodgeschoten nadat ze Wiegmink’s auto wilden afpakken en hij tegenstribbelde.

Het arrest.