Hogere straffen voor liquidatiepoging op Pjotr R.

De verdachten van de mislukte liquidatie van Peter (Pjotr) R. in Diemen in 2015 zijn in hoger beroep veroordeeld tot celstraffen tot 20 jaar. Sommige straffen zijn hoger dan die de rechtbank eerder oplegde. Karim S., door het hof beschouwd als medepleger, bijvoorbeeld kreeg 18 jaar cel waar de rechtbank eerder 17 jaar had opgelegd. 

Ook Alejandro P. en Genaro L. kregen hogere straffen. Zij waren volgens het hof intensief betrokken bij de voorbereiding van de aanslag, het volgen van het slachtoffer, het organiseren van de vlucht en het wegmaken van sporen. Bovendien had 1 van hen rechtstreeks contact met de opdrachtgever, Naoufel “Noffel” S.. S. werd door de rechtbank daarvoor in april van dit jaar tot 18 jaar cel veroordeeld.

20 jaar

Alejandro P. moet nu 16 jaar de cel in, de rechtbank had 14 jaar gevonnist. Genaro L. kreeg van het hof 13,5 jaar. Door de rechtbank was hij eerder veroordeeld tot 12,5 jaar cel. Qio C. en Atif M. kregen de hoogste straffen: beiden 20 jaar. Dat is even hoog als de rechtbank eerder had opgelegd. Het Openbaar Ministerie had in hoger beroep nagenoeg dezelfde celstraffen geëist als de rechtbank had gevonnist. In hoger beroep zijn enkele straffen dus hoger geworden.

Peilbaken

Het hof rekent het de verdachten zwaar aan dat de aanslag grondig is voorbereid. De auto van het Peter R. was al enkele weken voorzien van een peilbaken. Met een telefoon konden de verdachten inloggen op dit baken om telkens te bepalen waar het slachtoffer was. In de dagen voorafgaand aan de aanslag probeerden de verdachten al een paar keer om de voorgenomen moord te plegen. Dat lukte steeds niet.

Afschuw

Daarnaast weegt het hof mee dat de aanslag op klaarlichte dag met zware vuurwapens in een woonwijk is gepleegd waarbij in het wilde weg is geschoten. Er werden 35 kogels afgevuurd. Niet alleen Peter R. werd getroffen, ook diverse geparkeerde auto’s werden geraakt. Tot slot blijkt volgens het hof uit de pgp-berichten die enkele verdachten naar elkaar stuurden dat zij een grote verbetenheid hadden om het slachtoffer te doden. Het hof vindt dat de berichten afschuw wekken.

(Afbeelding boven: Jens Olde Kalter)