Lagere straffen voor moord op Peet van der Linde

In hoger beroep hebben de drie verdachten van de moord op Bredanaar Peet van der Linde (foto) van het gerechtshof in Den Bosch lagere straffen gekregen: 15 jaar cel. Dat is aanzienlijk minder dan de rechtbank in Breda eerder uitsprak: 18 en 22 jaar cel.

Dertien kogels

Begin januari 2017 werd Peet van der Linde uitgenodigd voor een feestje in café ’t Hoekske in Breda. Die avond werd hij op de stoep bij het café neergeschoten met dertien kogels, waarna hij overleed.

Het gerechtshof gaat ervan uit dat Corné R. (49) uit Sprundel de schutter was, hij kreeg eerder een celstraf van 22 jaar. Opdrachtgever was Piet S. (48) uit Etten-Leur en David J. (40) uit Sprundel trad op als chauffeur.

Motief

Het gerechtshof stelt dat het daadwerkelijke motief voor de moord nooit duidelijk is geworden, al lijken schulden een rol te hebben gespeeld. De drie mannen hebben samen het plan bedacht om het slachtoffer te doden.

Er werd afgesproken wie wat zou doen en wie waar voor zou zorgen. Ieder had een eigen rol: de 48-jarige man nodigde het slachtoffer uit in het café, de 49-jarige man is de schutter en de 40-jarige man bestuurde de vluchtauto. Het hof vindt de drie allen even schuldig aan medeplegen van moord.

Undercovers

De politie heeft undercovers van het (inmiddels opgeheven) team Werken onder dekmantel ingezet. David J. heeft tijdens het opsporingsonderzoek aan undercovers verteld over de toedracht en de rolverdeling. In januari 2020 bekende Corné R. schuld.

De advocaten hebben bepleit dat de inzet van deze undercovers onrechtmatig is geweest en dat de verhalen van deze man onbetrouwbaar zijn. Het hof denkt daar anders over en gebruikt delen van de informatie van de undercover politiemensen voor het bewijs.

Lagere straf

De verdediging heeft gevraagd om aanzienlijk kortere straffen in verband met de gewijzigde regeling voor de voorwaardelijke invrijheidstelling. Die gewijzigde regeling geldt sinds 1 juli 2021 en leidt tot een langer verblijf in de gevangenis. De wijziging kent geen overgangsrecht: dat wil zeggen dat de nieuwe regeling ook van toepassing is op zaken die dateren van voor deze wijziging.

Het hof vindt in deze zaak dat de wetswijziging wel heel nadelige gevolgen heeft. De zaak heeft ook erg lang geduurd. Dat maakt dat het hof uitgaat van een gevangenisstraf van 16 jaar en vanwege de overschrijding van de redelijke termijn gaat daar nog een jaar van af.

De mannen moeten daarnaast samen een schadevergoeding van bijna 75.000 euro betalen aan de nabestaanden van het slachtoffer.

Zie ook het vonnis.