Levenslange straf voor gemaskerde hitman Sint Maarten

Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie op Curaçao heeft woensdag levenslange celstraf opgelegd aan Shaville “Heart” Parris (30), een man uit St. Kitts & Nevis, voor het uitvoeren van liquidaties en pogingen daartoe, op Sint Maarten in de jaren 2018, 2019 en 2020. Twee medeverdachten kregen dertig en twintig jaar cel. Het Hof spreekt van een geolied team van moordenaars. De recherche vermoedt op basis van anonieme inlichtingen dat Parris moorden zou hebben uitgevoerd voor de criminele organisatie No Limit Soldiers.

 Minimarket

Op 28 oktober 2019 openden twee mannen het vuur op vier mannen bij een minimarket op Sint Maarten. Een werd gedood en twee anderen raakten gewond. Een gemaskerde dader raakte zijn mededader in de buik, later overleed deze in een ziekenhuis. De gemaskerde schutter probeerde vergeefs de vluchtende mannen alsnog dood te schieten. Veel van de actie werd vastgelegd op beveiligingscamera’s.

Het Hof acht het bewezen dat Parris de gemaskerde schutter was.

Club Soggy Dollar

Op 5 augustus 2018 werd op de vroege ochtend een man doodgeschoten die een nacht feest had gevierd in club Soggy Dollar. Toen hij van een parkeerplaats weg wilde rijden blokkeerde een ander voertuig de weg. Een gemaskerde man stapte uit en begon te schieten.

Anonieme informatie van de politie suggereert dat Parris opdrachten zou hebben aangenomen van No Limit Soldiers (NLS)-voorman Irvin “Nuto” Wawoe, afkomstig uit Curaçao. Toen Wawoe in 2014 een straf uitzat op Sint Maarten voor bezit van cocaïne werd er in de gevangenis een liquidatiepoging op hem gedaan. Wawoe heeft zijn straf inmiddels uitgezeten.

Ontlastende verklaring

Parris zal hoogstwaarschijnlijk bij de Hoge Raad in Nederland in cassatie gaan tegen het vonnis.

Zijn advocaat Yehudi Moszkowicz zegt dat er in één van de zaken tegen zijn cliënt een mogelijk ontlastende verklaring terzijde is gelegd door het Hof. Die verklaring was opgekomen tijdens de zitting van één van de medeverdachten. De zaken van de drie verdachten werden niet tegelijk door het Hof behandeld.

Moszkowicz: ‘In een zaak van een van de medeverdachten blijkt deze gezegd te hebben dat hij daar de chauffeur was terwijl het Openbaar Ministerie zei dat mijn cliënt als chauffeur was opgetreden. Maar die verklaring heeft het Hof niet bij de zaak van mijn cliënt gevoegd. Ik had nog aan het Hof gevraagd of informatie die van belang voor de zaak van mijn cliënt zou zijn, zou worden toegevoegd aan zijn zaak. “Ja, meneer Moszkowicz, daar kunt u van uitgaan”, zei het Hof.’

Omdat de ontlastende verklaring niet in de zaak is gevoegd kan die niet meegenomen worden in een cassatieverzoek bij de Hoge Raad. Pas na die cassatie kan Moszkowicz een herzieningsverzoek hierover bij de Hoge Raad indienen.