Lof over Italiaanse anti-maffia aanpak losse flodder (COLUMN)

Er kan in Nederland geen geruchtmakende liquidatie gebeuren of er klinkt de roep om: Italië. Zeker als er iets vet verschrikkelijks gebeurt, dat ook nog eens super-mediageniek is, zoals de liquidatie van Peter R. de Vries. Italië, daar weten ze immers pas van aanpakken. Van wat? Van de maffia natuurlijk.

Door @Wim van de Pol

Either you are with us, or you are with the terrorists’, zei president George Bush in 2001 na de aanslagen van 9/11. De klap van de liquidatie van Peter R. de Vries deed denken aan die aanslagen en aan de moord op Pim Fortuyn. Collectieve morele paniek volgde: want wie is er nu níet tegen aanvallen op advocaten, journalisten, dus ‘op de rechtstaat’. Code rood kortom, wat in politiek Den Haag en op sommige redacties van kranten en tv-programma’s leidde tot de vraag: wat te doen?

Italië, dus.

Usual suspects waren de correspondenten in Italië. En: Nicola Gratteri. Deze Italiaanse maffia-aanklager leeft al sinds 1989 in ‘een gevangenschap’, zoals hij zelf verzucht (na de moorden op een officier van justitie en een rechter). Drie dagen na de moord op De Vries lazen we hem in de Volkskrant: ‘De Nederlandse wet is niet streng genoeg voor de criminele realiteit’.

In Italië is er een regenwoud van speciale anti-maffiawetten.

Wie is er nu níet dol op Italië? De Toscaanse heuvels, de schoonheid, het eten. En de anti-maffia aanpak.

Qua onderwereldbestrijding kunnen we aan dit charmante land een voorbeeld nemen. Romanschrijver en Italië-kenner Ilja Leonard Pfeijffer schreef in de Belgische Standaard dat Nederlanders altijd vertederd hebben neergekeken op Italië. ­­Haha, schrijft Pfeijffer, ondertussen heeft Italië minder coronadoden en zijn er de afgelopen 28 jaar wel journalisten bedreigd en beveiligd, maar niet vermoord.

Natuurlijk valt er te leren van een land waar het woord maffia werd uitgevonden. Een kroongetuige heet daar pentito en hij moet zich koest houden. Door de pentito-wetgeving kunnen kroongetuigen niet, zoals hier, jarenlang moordprocessen gijzelen, om in onderhandeling over hun verklaringen zoveel mogelijk geld binnen te trekken.

Aan de andere kant: er is geen idee in hoeverre alle “antimaffia” helpt.

In Italië is het nog criminele business as usual. Niets wijst erop dat het belangrijkste netwerk, de ’Ndrangheta, in Italië op de terugweg is. Integendeel, eigenlijk. Zie de onvoltooide bouwprojecten, of de allerduurste snelweg van Europa, in Calabrië. Of de Camorra: neem een kijkje bij de vuilnishopen in de buitenwijken van Napels. De Italiaanse onderwereld profiteert mee in de EU-subsidies, verrijkte zich extreem met de covid19-crisis. En denkt ook mee over de klimaatproblematiek: minder dan 2 procent van de bosbranden in Italië heeft een ­natuurlijke oorzaak zoals een blikseminslag. Zelfs de bosbranden stinken naar de maffia. Ondertussen blijven internationale politie- en justitie-organisaties druk met actieprogramma’s tegen de ‘Ndrangheta.

Roberto Saviano, de bedreigde schrijver van het boek Gomorra (over de Camorra), noemde Nederland in de NRC ‘het rottende hart van Europa‘. Hij mocht ook praten op de Nederlandse tv. Goed beschouwd komt Saviano niet veel verder dan de stelling dat in Nederland middels flexibele belastingwetgeving cocaïnemiljoenen zouden worden witgewassen.

Dat sloeg als een tang op een varken.

Nederland is een transitzone voor grijze en zwarte miljarden. En ja, daar kan best elders witgewassen drugsgeld bijzitten. Maar het witwassen zelf, van cocaïnegeld, gebeurt juist niet op Belastingparadijs Amsterdamse Zuidas.

Andere mediagenieke stelling uit Italië. Gratteri en anderen hakken graag in op het tolerante cannabis-beleid, en het testen van xtc-pillen, als de oorzaak van de liquidatie van De Vries. Doorgeschoten Nederland plukt nu de wrange vruchten. Mooi verhaal, maar hoezo? In stevig softdrugs-rokende landen zoals Italië, Spanje of België, waar het cannabis-beleid niet is doorgeschoten, is de cocaïnemaffia net zo present en krachtig als in Nederland. En verder is er geen wetenschappelijke ondergrond die een relatie legt tussen ons softdrugsbeleid en schietende Kalasjnikovs in de Nederlandse straten.

De omvang van de cocaïnestroom naar Europa (met name naar de Antwerpse en Rotterdamse havens) neemt toe, de vraag in (en de transito naar) Oost-Europa en Azië ook. De ’Ndrangheta staat, net als de afgelopen decennia, klaar om (steeds meer) coke in Rotterdam op te halen. En om er vervolgens in geheel Europa aan te verdienen. Internationale cocaïnehandel is helemaal geen puur Nederlands probleem, de naam zegt het al. Precies hetzelfde probleem ligt op het bordje van heel Europa.

In de inhoudelijke argumentatie blijkt alle lof over de Italiaanse anti-criminele heilstaat een losse flodder. Al na de moord op de broer van kroongetuige Nabil B. (in 2018) ging ons Openbaar Ministerie in Italië te rade bij maffia-fighter Nicola Gratteri. Sedertdien zijn ons door geweld een advocaat en een journalist ontvallen, naast vele anderen.

En dan nu deze neef van Ridouan Taghi die als advocaat in de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) gewelddadige plannen zou hebben gesmeed.

De Volkskrant had een streng commentaar. Opnieuw met de Italiaanse kaart: artikel 41-bis, carcere duro, hard tuchten. De 753 maffiosi in dat regime zijn nog niet jarig. Bellen niet, uitzicht niet, vrouwen niet, bezoek ontvangen niet, contacten met medegedetineerden niet.

Waarom niet in Nederland hetzelfde doen? En kunnen advocaten met bepaalde achternamen niet gewoon een beroepsverbod krijgen? Nicola Gratteri heeft het opofferen van wat mensenrechten altijd onvermijdelijk gevonden.

Maar een paar dagen later lazen we in de Volkskrant dat de oude maffiajager over deze advocatenkwestie geen klip en klare oplossing in zijn tas heeft.

‘Beslist’ zei Gratteri: ‘Het recht op verdediging is heilig en onschendbaar’.

Een ander geluidje uit Italië: rechtstatelijke nuchterheid.