OM-baas Otte: ‘Een messenverbod op scholen kan alleen slagen als je toestaat dat je preventief mag fouilleren’

OM-baas Otte: ‘Een messenverbod op scholen kan alleen slagen als je toestaat dat je preventief mag fouilleren’

Het hoogste baas van het Openbaar Ministerie Rinus Otte, zegt dat justitie zich meer gaat richten op de kerntaken opsporing en vervolging, en minder op preventie. Om iets aan het handhavingstekort te doen, opteert Otte om met boa’s te gaan werken in dienst van de gemeente. ‘Linksom of rechtsom moet dat handhavingstekort worden gelenigd. Of door de politie, of door boa’s, of door bepaalde ­feiten niet meer in behandeling te nemen.’

Onder druk

De verhouding in de driehoek politie, Openbaar Ministerie en burgemeester staat al enige tijd onder druk. Rinus Otte, voorzitter van het College van procureurs-generaal, belicht in online magazine Binnenlands Bestuur de kant van het Openbaar Ministerie. ‘Waarom kun je niet voorzien in openbare orde­-problematiek door meer boa’s in te zetten?’

Op de plank

Het OM en de andere organisaties in de keten worstelen al twintig jaar met lange doorlooptijden en grote voorraden. Er worden veel aangiften gedaan, maar de politie kan ze niet allemaal behandelen, en dan duurt het vaak nog lang voor er een beslissing of uitspraak is. Met het College van procureurs-generaal heeft Otte inmiddels een nieuwe prioriteitenagenda opgesteld, waarin staat dat het OM zich meer gaat richten op de kerntaken opsporing en vervolging, en minder op preventie.

Otte over politietekorten en strafzaken die op de plank blijven liggen: ‘De burgemeester bestuurt de stad en heeft te maken met vele problemen, bijvoorbeeld bij voetbalwedstrijden en demonstraties. Bovendien is er soms sprake van persoonlijke bedreigingen. Om de stad leefbaar en beheersbaar te houden, heb je als burgemeester voor de ordebewaking de politie nodig. Tegelijkertijd trek je met die inzet de basisteams leeg, waardoor je minder kunt doen aan strafbare feiten die op behandeling liggen te wachten. En dan krijg je weer te maken met het wantrouwen van de burger die niet weet of zijn zaak wel wordt opgepakt.’

Handhavingstekort

Rinus Otte, die bekendstaat als een hardliner, en is voor een ‘precieze uitvoering van de wet’, zegt dat het vooral wringt bij het handhavingstekort. ‘Burgemeesters ervaren dat er in hun stad minder wordt gehandhaafd. De boa-bonden vragen daarom om meer ruimte. Sommige burgemeesters vinden dat prima, andere vinden het niet juist, want ze moeten overwegen of ze boa’ s, met wapenstok, in riskante situaties inzetten. Het verzoek is: meer politie. Maar het is de vraag of dat in de komende tijd het antwoord is.’

Boa’s

Om iets aan het handhavingstekort te doen, opteert Otte om met boa’s te gaan werken in dienst van de gemeente. ‘Ze kunnen samen met de politie op pad, want anders kun je geen proces-verbaal met strafrechtelijke bewijskracht opmaken. Of je verandert de proces-verbaalbevoegdheid. Er zijn 600 boa-organisaties. Blijf dus niet alleen vragen om de politie uit te breiden. Linksom of rechtsom moet dat handhavingstekort worden gelenigd. Of door de politie, of door boa’s, of door bepaalde ­feiten niet meer in behandeling te nemen.’

Ander privacy-beleid

Otte is van mening dat de gemeente en het OM elkaar niet moeten beconcurreren in hoe ze de politie inzetten. Dat moet in balans zijn. ‘Amsterdam heeft een andere gemeenteraad met andere privacy-opvattingen dan Rotterdam, wat zich uit in het aantal camera’s op straat. Het lokale gezag moet tot zijn recht komen. Maar bij het bewaken van de balans moet wel iedereen rolvast zijn.’

Preventief fouilleren

Over scholen die pleiten voor een messenverbod, zegt Otte dat dat alleen kan slagen als je toestaat dat je preventief mag fouilleren. ‘Daar zijn bepaalde gemeenten tegen, omdat het in strijd is met burgerrechten. Als je iets doet, heeft het altijd een prijs. Wat is er nodig om het te laten slagen? Als je iets wilt in de preventiesfeer, is dat vooral iets tussen burgemeester en gemeenteraad en de ruimte die men ziet om daar de bevoegdheden voor te creëren. Overdenk voor je met nieuwe wensen en strafbaarstellingen komt: dit zijn de opties, maar wat zijn de bevoegdheden en wie mag die uitoefenen?’

‘Als je dat hebt geregeld, moet je nog voldoende handhavingscapaciteit én afdoeningscapaciteit hebben. Als er vervolgens een toevloed aan zaken komt en we doen die af met een strafbeschikking en men gaat in verzet, dan komen ze bij de rechter en dan moet die ook capaciteit hebben. Als je in die keten denkt, heeft uitbreiden bij de één altijd gevolgen voor de ander.’

Zie ook:

Justitiebaas Otte: ‘Meer aandacht naar uitvoering van straffen’