OM: bezoek hoge ambtenaren aan emiraten had niks met Taghi van doen

Volgens het Openbaar Ministerie had een bezoek aan de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) van hoge ambtenaren van het ministerie van Justitie en Veiligheid enkele weken vóór de arrestatie van Ridouan Taghi (op 16 december 2019 in Dubai) niets met Taghi te maken. Dat bleek dinsdag op een zitting van het Marengo-proces tegen Ridouan Taghi. De ambtenaren spraken wel over uitleveringen maar het waren alleen gesprekken ‘van algemene aard’. Bij toeval vonden ze precies enkele weken voor de arrestatie van Taghi plaats.

Door @Wim van de Pol

Enkele weken geleden publiceerde Crimesite over de reizen van de justitie-ambtenaren op basis van stukken die het Openbaar Ministerie en het ministerie van Justitie hadden afgegeven in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur.

De officieren in het Marengo-proces hadden eerder de rechtbank op het hart gedrukt dat er in 2019 geen bezoeken van justitie waren afgelegd aan Dubai. Die informatie bleek niet helemaal volledig te zijn.

Tussen 11 en 14 november 2019 bezocht een viertal hoge justitie-ambtenaren de regering van de VAE in Abu Dhabi, tezamen met een officier van justitie van het landelijk parket, die aansluitend naar Dubai doorreisde. En rondom de arrestatie verbleef er een Justitie-ambtenaar van de NCTV in Dubai, voor een overleg met besloten karakter met luchtvaartorganisatie ICAO en een onbekende agenda.

Geen van de bezoeken had met Taghi te maken, aldus justitie.

Maar waarom waren die bezoeken er dan wel?

Verdragen

Het bezoek van vier ambtenaren van het ministerie aan de Verenigde Arabische Emiraten (VAE, waar Dubai deel van is) was volgens het OM in Marengo voor een ‘eerste ronde’ van besprekingen over een bilateraal verdrag tussen de VAE en Nederland over wederzijdse rechtshulp in strafzaken.

Toevallig of niet, enkele dagen na publicatie van het bericht op Crimesite kwam het ministerie van Justitie en Veiligheid naar buiten met het nieuws dat er met de VAE overeenstemming is bereikt over een bilateraal rechtshulpverdrag en over een uitleveringsverdrag.

2018

Al sinds 2018 overlegde Nederlandse autoriteiten met die in de VAE (Dubai) over de mogelijke aanwezigheid en de wens tot aanhouding van Ridouan Taghi. Maar tijdens de besprekingen over wederzijdse rechtshulp (dat is b.v. de aanhouding van verdachten) in november 2019 sprak men niet over het hete hangijzer Taghi. Dat is natuurlijk moeilijk te geloven.

Dat er inderdaad door de justitieambtenaren in ieder geval ‘in het algemeen’ over arrestatie van in de VAE verblijvende Nederlandse verdachten is gesproken ligt in ieder geval wel voor de hand. Minister Ferd Grapperhaus van Justitie informeerde de Tweede Kamer op 10 januari 2020 (enkele weken na de arrestatie van Taghi) dat er gesprekken met de VAE gaande waren om de strafrechtelijke samenwerking te verstevigen. (tekst gaat verder onder reclame)

Geen eerste ronde

Maar die gesprekken waren helemaal geen ‘eerste ronde’ zoals het OM dat nu aan de rechtbank wil doen geloven.

Uit eerder door het ministerie van Justitie vrijgegeven stukken blijkt dat al in 2010 een (overigens niet openbaar) memorandum of understanding is getekend tussen Nederland en de VAE over samenwerking in strafzaken. En in 2014 waren er besprekingen tussen de ministeries van Justitie. In 2016 sloeg De Telegraaf alarm over ‘onderduiken van tientallen kopstukken’ uit de Nederlandse criminele wereld in Dubai. In antwoord op Kamervragen over dat artikel schreef de minister (in 2016) dat er hard gewerkt werd aan strafrechtelijke samenwerking.

Toeval

Het samenvallen van de de justitiebezoeken aan de VAE en de arrestatie van Taghi berust geheel op toeval, aldus het OM, net als de arrestatie van Taghi.

Dat verhaal gelooft Taghi’s advocaat Inez Weski niet: ‘het lijkt er sterk op dat ze daar gewoon over Taghi aan het onderhandelen waren’, aldus Weski voor de rechtbank.

Weski wil weten waarom het OM in tegenstelling tot de feiten spreekt over ‘een eerste ronde’ van overleg. Ze vroeg de rechtbank om het horen van de politie-liaison in de VAE als getuige. En ook wil ze dat de rechtbank een verslag van de gesprekken in de VAE te zien krijgt.

Ze wees er ook op dat na de arrestatie in december 2019 eerst nog sprake was van het opstellen van een uitleveringsverzoek voor Taghi. De reden dat Nederland en de VAE daarvan hebben afgezien (en Taghi op een vliegtuig werd gezet) is nog steeds onopgehelderd.

Pikant

De binnenkort te ondertekenen verdragen met de VAE zijn overigens diplomatiek wel pikant.

Nederland sluit namelijk uit principe geen rechtshulpverdragen af met landen waarvan bekend is dat er mensenrechten met voeten worden getreden, zoals Marokko. De EU (en premier Rutte) oefenen grote druk uit op Polen en Hongarije waar het gaat om handhaving van de grondrechten.

Over de rechtsstaat in de VAE maakt Nederland zich kennelijk echter geen zorgen terwijl er wel risico’s aan de samenwerking kleven. Het rechtshulpverdrag is namelijk wederkerig, wat wil zeggen dat ook Nederlanders naar de VAE kunnen worden uitgeleverd. En daar is het met de rechtsbescherming niet zo goed gesteld.

Vijf van de zes emiraten (Dubai niet) brengen vormen van de sharia-wetten ten uitvoer, en lijfstraffen en de doodstraf kunnen er worden uitgesproken (executies vinden overigens in Saoedi Arabië plaats). Verder worden de mensenrechten in de VAE voortdurend met voeten getreden. Amnesty International rapporteert over foltering, verdwijningen, rechteloosheid en oneerlijke processen.