OM gaf Holleeder-getuige de keus: verklaring afleggen of vervolging

Een exploitant van twee gokhallen op de Amsterdamse Wallen is door een officier van justitie onder zware druk gezet om een verklaring af te leggen over het eigendom van die gokhallen. Marcel Kaatee kreeg van officier van justitie Lars Stempher te horen dat hij de keus had: of een verklaring afleggen of opnieuw verdachte worden van witwassen van geld van Willem Holleeder. Kaatee zegt dat hij onder druk is gezet om een valse verklaring af te leggen.

Door @Wim van de Pol

Lars Stempher was officier van justitie in de rechtszaak tegen Holleeder en nu advocaat-generaal in het hoger beroep bij het gerechtshof van Amsterdam. Voor 3 juli 2020 had Stempher een afspraak gemaakt met Kaatee. Zijn doel was om Kaatee in een verklaring te laten vertellen dat diens twee gokhallen op de Wallen niet van hem waren maar eigenlijk van Willem Holleeder.

Stempher zei volgens Kaatee:

Wij denken dat de Wallenpanden feitelijk van meneer Holleeder zijn. Ze zijn in 2003 afgeperst van de heer Endstra en daarna witgewassen.

Kaatee zou Holleeder daarbij hebben geholpen, dacht Stempher.

Dinsdag was Kaatee getuige in het hoger beroep in de zaak-Holleeder.

Verbaasd

Kaatee zei over het gesprek en het voorstel van Stempher hogelijk verbaasd geweest te zijn, omdat het gerechtshof in 2009 in de zogeheten Kolbak-zaak Kaatee integraal vrijsprak van witwassen en hulp bij afpersen. Dat hof stelde juist ‘dat niet met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld’ dat de gokhallen zijn betaald door afpersing of een ander misdrijf. Het hof veroordeelde Willem Holleeder wel voor afpersen van o.a. de vastgoedman Willem Endstra, maar niet voor het afpersen (van Endstra) van de gokhallen.

Kaatee zegt ook verbaasd geweest te zijn omdat hij meent in verschillende procedures uit en te na bewezen te hebben dat de gokhallen op geheel bona fide wijze zijn eigendom zijn geworden.

De uitkomst van het contact met Stempher in juli 2020 was geweest dat Kaatee weigerde om als getuige te verklaren dat de gokhallen niet van hem waren. En zo is hij nu opnieuw verdachte van witwassen van Holleeder-geld met de gokhallen.

‘Dan gaan we de procedure in’, had Stempher gezegd, vertelde Kaatee aan het gerechtshof.

Dikke 3.000 kantjes

Het is in Nederland (en in Europees recht) onmogelijk iemand voor dezelfde feiten een tweede maal te vervolgen.

Maar de tijden zijn veranderd, zo had het Openbaar Ministerie van officier Stempher kennelijk geconcludeerd. Op de zitting tekende de andere advocaat-generaal, Koos Plooij, aan dat de informatie tegen Kaatee weliswaar een dikke 3.000 kantjes beslaat maar dat die bijna helemaal bestaat uit stukken die al in het Holleeder-dossier zaten en uit feiten die bekend waren. Maar het OM kijkt er nu ‘anders naar’, zei Plooij.

Eén van de nieuwe feiten waar het Openbaar Ministerie mee komt is dat de rechtbank die Holleeder veroordeelde voor moord oordeelde dat de gokhallen wel degelijk feitelijk van Holleeder waren. Als enige bewijs hiervoor zijn er de verklaringen hierover van de zussen Astrid en Sonja Holleeder, en de rechtbank geloofde die volledig.

Vervolgens schreef de rechtbank in het vonnis dat de nadere bevestiging over het bezit van Holleeder wordt gevonden in Holleeder’s ontkenning hiervan:

Uit de omstandigheid dat verdachte tot op heden heeft ontkend dat de gokhallen feitelijk van hem waren, concludeert de rechtbank dat verdachte er blijkbaar veel aan gelegen is om dat verborgen te houden.

Kaatee vindt dat een wonderlijke redenering.

Box bij Shurgard

Vaststaat dat Rob Grifhorst de bedrijven in bezit heeft gehad en ze verkocht aan Willem Endstra die ze in 2002 weer doorverkocht aan Marcel Kaatee. Hoewel de administratie van die laatste, en die van de gokbedrijven, in de afgelopen twee decennia herhaaldelijk geheel is uitgeplozen door de politie, is er nooit enig bewijs gevonden dat Holleeder iets met de bedrijven van Kaatee te maken heeft.

Kaatee:

In 2013 is voor de ontnemingszaak tegen Holleeder opnieuw alle administratie doorgevlooid en hebben ze zelfs mijn box bij Shurgard opengebroken.

Hoe dan ook: Kaatee kan zich nu opmaken voor misschien een nieuwe rechtszaak. Maar hij zegt geen keuze te hebben gehad. Kaatee:

Ik voelde me door de officier van justitie onder druk gezet om een valse verklaring af te leggen.

Geloofwaardigheid van de zussen

Als Kaatee als getuige had verklaard dat de gokhallen feitelijk van Holleeder zijn dan had dit de geloofwaardigheid van de twee zussen in het hoger beroep tegen Holleeder een steun in de rug gegeven.

Is het zo dat er, zoals Sonja Holleeder heeft verklaard, wekelijks geld voor Holleeder werd opgehaald bij de gokhallen?

‘Onzin’, zei Kaatee’, ‘ik heb Sonja nooit in de hallen gezien.’ Alle verhalen over geld voor Holleeder uit de automaten trekken zijn onzin volgens hem. Sinds 1992 werden alle stortingen, inworpen en openen van de automaten in een strikt computersysteem geregistreerd, dat overigens sinds 1996 door de Belastingdienst is verplicht. Bovendien was er tweejaarlijks een audit en hadden de bedrijven een KEMA-keurmerk. ‘Ik roomde niks af, alles stond op de teller’, zei Kaatee.

‘Geen keus, Marcel’

Over wat Sonja en Astrid over het eigendom van de gokhallen verteld hebben hief Kaatee op zeker moment de handpalmen omhoog.

Hij vertelde in 2013 Sonja Holleeder, de kinderen en Astrid Holleeder op straat tegen het lijf te zijn gelopen. Dat was dus al nadat de zussen in contact met justitie waren. De verdenkingen over het eigendom van de gokhallen waren even besproken. Kaatee: ‘Astrid wist heel goed dat die hallen van mij zijn.’

Sonja Holleeder zei hij een paar jaar later bij een supermarkt in Amstelveen te zijn tegengekomen. Dat was op de dag voordat ze moest getuigen in de streng beveiligde rechtbank in Amsterdam-Osdorp. Kaatee tegen het gerechtshof:

Ze zei: we hadden geen keus Marcel, hij wou aan onze centen zitten en dat laten we niet gebeuren.

Omdat hij verdachte is heeft het Openbaar Ministerie opnieuw beslag gelegd op bezittingen van Kaatee. Eerder besloot de gemeente Amsterdam dat hij, hoewel hij geheel vrijgesproken was, geen exploitatievergunning kon krijgen en moest hij de gokhallen sluiten. De verkoop van zijn panden en bedrijven aan een potentiële koper ging niet door omdat de aanvraag buiten behandeling is gesteld, vanwege de beslaglegging op de eigendommen van Kaatee, in de strafrechtelijke procedure. De koper is daarover een procedure gestart bij de rechtbank.

Zie meer over het jacht op het Heineken-losgeld:

Heineken-losgeld blijft een gevoelige kwestie

‘Alleen Cor, Robbie en ik wisten de details’ (UPDATE)