Productielab voor cocaïne in oerwoud Ecuador (VIDEO)

Midden in de Ecuadoraanse jungle is afgelopen weekend door de Ecuadoraanse strijdkrachten een groot laboratorium voor de productie van cocaïne ontdekt. Dat is bijzonder omdat cocaïne voor het overgrote deel in Colombia en in mindere mate Peru en Bolivia wordt gemaakt. De militaire operatie vond plaats in de sector La Barquilla, in de Amazone-provincie Sucumbíos, aan de noordoostelijke grens van het land. Het lab lag in een moeilijk toegankelijk gebied op ongeveer 15 kilometer van de grens met Colombia.

Magnetrons

Er is één persoon ter plaatse aangehouden door politie. Er is 4.000 liter aceton en 100 liter destillaat in beslag genomen en ook: 9 magnetrons (voor het drogen van het poeder), 15 zakken calciumchloride, 5 blikken met zuur, 4 weegschalen, 1 vacuümverpakker, 1 elektrische generator, 110 liter diesel, en een geweer met munitie. Volgens de militairen had de werkplaats een productiecapaciteit van twee ton cocaïne per maand. Er waren slaapplaatsen voor 25 tot 30 personen ingericht.

Containers

Tot ongeveer vijftien jaar geleden lieten internationale producenten en handelaren in cocaïne Ecuador goeddeels links liggen omdat het land naast Peru en Colombia niet nodig was. Daarna werd het land langzamerhand een logistiek steunpunt voor de business, eerst voor financieel-economische dienstverlening, en daarna steeds meer als stapelplaats voor cocaïne uit Peru en Colombia die naar Europa en Noord-Amerika op weg ging. Vooral via de containerhaven Guayaquil waar veel containers met fruit worden verscheept.

De productie van cocabladeren en cocaïne vindt tot nu toe vooral in andere landen plaats. Colombia en Peru zijn de grootste producenten van cocabladeren. De bestrijding van de productie van cocaïne in Colombia heeft geleid tot een concentratie van de productie van cocaïne in (onder meer) het zuiden van het land en daarmee een grotere rol voor het nabijgelegen Ecuador bij de export naar Europa en de Verenigde Staten.

Geperst

Cocabladeren worden gedroogd en dan in de eerste productiefase verwerkt tot pasta básica en in een volgende fase tot pasta básica de cocaína. Dat laatste product is in feite al cocaïne maar nog niet in de vorm van het snuifbare poeder. Er zijn in de Andeslanden duizenden kleine werkplaatsjes waar (coca)pasta wordt gemaakt. Maar laboratoria waar de cocaïnepasta wordt verzameld en de cocaïne tot poeder wordt gemaakt, en wordt geperst in de bekende “blokken” van één kilo, zijn er veel minder.

Die locaties zijn diep verscholen, en zwaar beveiligd, in zeer afgelegen gebieden, omdat de criminele organisaties de risico’s van ontdekking door de autoriteiten zo laag mogelijk willen houden. Dit soort werkplaatsen zijn het meest kwetsbare doelwit waar de waarde van het product het hoogst is.

Dat er nu niet in Colombia maar in Ecuador een cocaïnelab is gevonden is een illustratie van de toenemende mate waarin Ecuador wordt ingeschakeld in de internationale productie en handel in cocaïne. Met alle gewelddadige gevolgen van dien.

Zie ook:

‘Ik zei toch dat je niet met het geld van drugsdealers speelt’

Cocaïnehaven Guayaquil: meer dan 20 moorden in drie dagen