Recherche verdenkt Dennis M. van twee liquidaties (UPDATE)

Dennis “Demis” M. (44) die in Spanje mogelijk elf jaar cel krijgt voor runnen van wietplantages in de buurt van Alicante is verdachte in onderzoeken naar twee liquidaties in Amsterdam, zo bevestigt zijn advocaat naar aanleiding van berichten in Spaanse media. Nederland wil voor die zaken zijn overlevering uit Spanje. Dat bleek woensdag bij een rechtbank in Benalua waar een verhoor plaatsvond.

Advocaat

Aanwezig waren een rechter-commissaris, een officier van justitie en de advocaat van M.. Volgens zijn advocaat Nico Meijering wordt hij verdacht van medeplegen van de vergismoord op Stefan Eggermont (2014), de moord op Massod Hosseini (2014) en voorbereidingshandelingen voor een andere liquidatie, naast deelneming aan een criminele organisatie.

M. wilde op geen van de vragen van de Nederlanders antwoord wilde geven. M. werd al eerder verhoord door Nederlandse rechercheurs. Omdat M. veroordeeld is voor het leiden van vier professionele wietplantages wil Spanje M. nog niet overleveren, die zaak is nog niet afgerond, hij wacht op zijn definitieve strafbepaling.

M. zei niet te willen verklaren omdat de Nederlandse autoriteiten hem geen toegang hebben gegeven tot de dossiers over de liquidaties waar hij van wordt verdacht.

In Nederland heeft M. eerder kort vastgezeten voor betrokkenheid bij de dood van Souhail Laachir, in 2013 in het Scheepvaartmuseum in Amsterdam. Hij werd daarvoor niet vervolgd.

Gwenette Martha

De recherche denkt dat M. een Centrale rol speelde in de bloedige vete die ontstond tussen de groepen van Gwenette M. en Benaouf A.. Dennis M. komt uit de groep van Gwenette Martha (hij is een “neef” van M.). Martha werd in 2014 geliquideerd in Amstelveen met tachtig kogels uit een automatisch geweer.

M.’s goede vriend (“neef”) Dani M. liep over naar de groep van Benaouf A.. Hij is recent veroordeeld voor medeplegen van de moord op Eaneas Lomp in Krommenie in 2016.

De rechtbank besloot dat de Nederlandse recherche bewijsmateriaal dat de Spaanse politie in het onderzoek naar de wietplantage van M. vond mag gebruiken.