Rechtbank: verwerpelijk gedrag leidde tot dood Orlando (UPDATE)

De 29-jarige Roy B. is donderdag door de rechtbank in Den Haag veroordeeld tot een gevangenisstraf van 44 maanden omdat hij de 17-jarige Orlando Boldewijn niet hielp toen die in het water was gevallen. Dat gebeurde na een seksdate.

IJskoud

Het slachtoffer werd in de nacht van 18 op 19 februari 2018 vanaf de ponton van B. in“De Blauwe Loper” in Ypenburg (Den Haag) naar de wal vervoerd. Eenmaal terug op de ponton heeft B. volgens de rechtbank gezien dat de jongen in het water was geraakt, maar hij deed niets terwijl hij wist dat het water ijskoud was en Boldewijn in een levensgevaarlijke situatie was. Bovendien riep de jonge om hulp.

Bewust

De rechtbank zegt te hebben vastgesteld dat B. zich ervan bewust was dat Orlando Boldewijn in nood was. B. heeft verklaard dat hij niet zelf het water in kon gaan omdat de kou van het water hem dan fataal zou kunnen worden. Omdat B. het slachtoffer zo, bewust van de gevaren, in zijn benarde positie heeft gelaten, is de rechtbank van oordeel dat mishandeling kan worden bewezen.

B. kon weten dat het niet bieden van hulp aan een persoon die in ijskoud water ligt en in nood verkeert zeker tot verdrinking zal leiden, vindt de rechtbank. Als B. 112 had gebeld dan was de jongen waarschijnlijk gered door de hulpdiensten.

Gefrustreerd

De rechtbank vindt dat mishandeling met de dood tot gevolg bewezen is. De straf is hoger dan de eis. De officier van justitie vond dood door schuld bewezen, hierop staat een minder hoge maximale gevangenisstraf.

B. heeft het politieonderzoek naar de vermissing van Orlando gefrustreerd, waardoor de nabestaanden heel lang in onzekerheid hebben gezeten over diens lot. Hij heeft als getuige gelogen en hij heeft doelbewust bewijsmateriaal, chat-berichten en de ov-chipkaart van de jongen weggemaakt.

De zaak van de vermiste jongen was enige tijd een cold case. Na verloop van tijd kreeg de politie een anonieme tip waardoor het lichaam van de jongen in het water werd gevonden.

Vissen

De rechtbank vindt dat B. ‘verwerpelijk en berekenend gedrag’ heeft vertoond in de dagen nadat het slachtoffer was verdronken. Zo is hij onder andere op de plek waar het slachtoffer was verdronken gaan vissen en heeft hij een camera willen lenen om onder water te kunnen kijken. Dat getuigt van een groot gebrek aan moreel besef en inzicht in de gevoelens en belangen van anderen.

De rechtbank heeft een aantal maanden gevangenisstraf in aftrek gebracht omdat B. is bedreigd is na zijn aanhouding en zijn vrijlating daarna, en omdat het lang heeft geduurd voordat de zaak voor de rechter is gekomen.

Zie het vonnis.