‘Strafbaar stellen van geweldsfilmpjes kan opsporing juist hinderen’

Media-advocaat Royce de Vries denkt niet dat het strafbaar stellen van gewelddadige filmpjes noodzakelijk is. Hij denkt zelfs dat een verbod hierop de opsporing van criminelen in de weg kan zitten. CDA en PvdA zijn met een wetsvoorstel hierover bezig.

Beeld: de twee mannen die ervan worden verdacht beelden te hebben gemaakt van de moord op Peter R. de Vries

Wetsvoorstel

De zoon van de vermoorde misdaadjournalist Peter R. de Vries zegt dit donderdag tegen het AD. Dat bracht het nieuws dat CDA en PvdA met een wetsvoorstel bezig zijn om filmers van geweldsvideo’s strafrechtelijk aan te kunnen pakken.

Vlak na de aanslag op Royce de Vries’ vader circuleerden er schokkende beelden van een neergeschoten Peter R. de Vries op sociale media. ‘Zelf heb ik het als vreselijk ervaren dat de beelden na de aanslag op mijn vader zo massaal werden verspreid. Toch denk ik dat er hier geen taak ligt voor de wetgever.’

Het kan zelfs ook een averechts effect hebben, meent hij: ‘Het feit dat mensen filmen zorgt er ten slotte zeer regelmatig voor dat men daders van die incidenten kan opsporen. Bovendien zie je in de zaak van mijn vader dat de filmers al worden vervolgd. Daar biedt de wet al voldoende handvatten voor.’

Na de moord op De Vries werden er twee mannen opgepakt die de beelden zouden hebben gemaakt, Gerower M. C. en Erickson O.

Straf

Het CDA en de PvdA willen dat mensen die heftige filmpjes van mishandelingen of ongelukken delen gestraft kunnen worden, onthulde de nieuwssite woensdag. De straf zou gaan om een boete die zou kunnen oplopen tot 9.000 euro.

Kamerleden Anne Kuik (CDA) en Songül Mutluer (PvdA) zeggen dat er voldoende steun voor het voorstel is in de Tweede Kamer. De VVD heeft echter nog de nodige bedenkingen bij het voorstel. ‘Wat lost het op en is het handhaafbaar?’, vraagt Kamerlid Ulysse Ellian zich af.

Bron

Directe aanleiding voor het plan is een video waarin een man wordt geslagen en op het spoor wordt gegooid op station Bijlmer ArenA in Amsterdam. Het is volgens Kuik en Mutluer belangrijk dat ooggetuigen ingrijpen als ze iets ernstigs zien gebeuren en dat ze niet gaan filmen. De wetgeving moet zich vooral richten op de ‘originele bron’. De persoon die het filmt en uploadt dus.